Language of document :

Beroep ingesteld op 9 juli 2015 – Europese Commissie / Republiek Oostenrijk

(Zaak C-347/15)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: W. Mölls, J. Hottiaux en T. Maxian Rusche, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Oostenrijk

Conclusies

voor recht verklaren dat de Republiek Oostenrijk de verplichtingen die op haar rusten krachtens artikel 6, lid 3, van richtlijn 2012/34/EU1 en artikel 6, lid 1, van verordening (EG) nr. 1370/20072 juncto punt 5 van de bijlage ervan, heeft geschonden doordat zij de ÖBB Personenverkehr niet heeft verplicht de compensaties van overheidswege alsook de kosten en opbrengsten voor elk openbaredienstcontract bekend te maken;

de Republiek Oostenrijk verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verweerster heeft haar verplichtingen krachtens richtlijn 2012/34/EU en verordening (EG) nr. 1370/2007 geschonden.

Zij zorgt er niet voor dat in de betreffende rekeningen de overheidsmiddelen voor het verrichten van openbare personenvervoersdiensten per contract apart worden weergegeven en dat kosten en opbrengsten afzonderlijk worden vermeld en bekendgemaakt. Aldus schendt verweerster de relevante normen van het Unierecht inzake spoorvervoer.

____________

1 Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PB L 343, blz. 32).

2 Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PB L 315, blz. 1).