Language of document : ECLI:EU:C:2023:941

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET HOF

22 november 2023 (*)

„Doorhaling”

In zaak C‑354/23, [Seberts](1),

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (Nederland) bij beslissing van 6 juni 2023, ingekomen bij het Hof op 8 juni 2023, in de procedure

LM BV

tegen

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

geeft

DE PRESIDENT VAN HET HOF,

gezien de stukken,

gelet op de opmerkingen van:

–        de Nederlandse regering, vertegenwoordigd door E. M. M. Besselink en M. K. Bulterman als gemachtigden,

–        de Europese Commissie, vertegenwoordigd door V. Bottka, S. Noë en J. Ringborg als gemachtigden,

advocaat-generaal M. Szpunar gehoord,

de navolgende

Beschikking

1        Bij brief van 31 oktober 2023, ingekomen bij de griffie van het Hof op 3 november 2023, heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (Nederland) het Hof medegedeeld dat het zijn verzoek om een prejudiciële beslissing intrekt.

2        Bijgevolg dient krachtens artikel 100 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof de doorhaling van deze zaak in het register van het Hof te worden gelast.

3        Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

De president van het Hof beschikt:

Zaak C354/23 wordt doorgehaald in het register van het Hof.

Luxemburg, 22 november 2023

De griffier

 

De president

A. Calot Escobar

 

K. Lenaerts


* Procestaal: Nederlands.


1 Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.