Language of document :

Beroep ingesteld op 14 augustus 2009 - Al Faqih en MIRA / Raad en Commissie

(Zaak T-322/09)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Saad Al Faqih en Movement for Islamic Reform in Arabia (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: J. Jones, barrister en A. Raja, solicitor)

Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie en Europese Commissie

Conclusies

verordening (EG) nr. 881/20021 van de Raad, zoals gewijzigd bij de verordeningen (EG) nr. 14/20052, nr. 492/20073 en nr. 1190/20054 van de Commissie, geheel of gedeeltelijk nietig verklaren, en/of de verordeningen nr. 14/2005, nr. 492/2007 en nr. 1190/2005 van de Commissie nietig verklaren voor zover zij verzoekers rechtstreeks en individueel betreffen; en

de Raad en/of de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekers vorderen, overeenkomstig artikel 230 EG, de nietigverklaring van verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qa'ida-netwerk en de Taliban, zoals gewijzigd bij de verordeningen (EG) nr. 14/2005 van 5 januari 2005, nr. 492/2007 van 3 mei 2007 en nr. 1190/2005 van 20 juli 2005 van de Commissie, en/of de nietigverklaring van de verordeningen (EG) nr. 14/2005, nr. 492/2007 en nr. 1190/2005 van de Commissie, voor zover zij verzoekers rechtstreeks en individueel betreffen.

Verzoekers komen voor op de geconsolideerde lijst, van het sanctiecomité van de Verenigde Naties, van individuen en entiteiten die banden zouden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa'ida-netwerk en de Taliban, en waarvan de tegoeden en andere financiële middelen moeten worden bevroren. Dientengevolge stelde de Europese Commissie de verordeningen (EG) nr. 14/2005 en nr. 1190/2005 vast, die de namen van verzoekers toevoegden aan bijlage I bij verordening (EG) nr. 881/2002, met de lijst van personen, groepen en entiteiten waarop de bevriezing van de tegoeden en economische middelen binnen de EU van toepassing is. De vermelding van de eerste verzoeker, Al-Faqih, werd later gewijzigd bij verordening (EG) 492/2007 van de Commissie.

Ter onderbouwing van hun beroep voeren verzoekers de volgende middelen aan:

Verzoekers stellen dat de bevriezing van hun tegoeden, zoals voorzien bij de bestreden verordeningen, een schending oplevert van hun fundamentele mensenrechten, meer bepaald van het recht gehoord te worden en het recht op een doeltreffende rechterlijke controle, aangezien zij nooit door de Raad en/of de Commissie op de hoogte werden gebracht van de redenen voor hun opname in bijlage I bij verordening (EG) nr. 881/2002 en nooit enig bewijs hebben gekregen dat het opleggen van beperkende maatregelen zou rechtvaardigen. Verzoekers hebben bijgevolg geen enkele mogelijkheid gehad om zich te verdedigen en om de besluiten om hen op de lijst te plaatsen aan te vechten voor de Europese rechterlijke instanties.

Verzoekers stellen voorts dat hun recht op eerbiediging van de eigendom werd geschonden, aangezien de door de bevriezing van hun tegoeden veroorzaakte onbepaalde restricties van dit recht een onevenredige en ontoelaatbare aantasting van dit fundamentele mensenrecht opleveren.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (PB L 139, blz. 9).

2 - Verordening (EG) nr. 14/2005 van de Commissie van 5 januari 2005 tot 42e wijziging van verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad (PB L 5, blz. 10).

3 - Verordening (EG) nr. 492/2007 van de Commissie van 3 mei 2007 tot 75e wijziging van verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad (PB L 116, blz. 5).

4 - Verordening (EG) nr. 1190/2005 van de Commissie van 20 juli 2005 tot 48e wijziging van verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad (PB 193, blz. 27).