Language of document : ECLI:EU:T:2009:416

Zaak T‑80/08

CureVac GmbH

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk RNAiFect – Ouder gemeenschapswoordmerk RNActive – Relatieve weigeringsgrond – Geen verwarringsgevaar – Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 [thans artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009]”

Samenvatting van het arrest

Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met ouder merk

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

Bij de relevante consumenten bestaat geen gevaar voor verwarring tussen het woordteken RNAiFect, waarvan inschrijving als gemeenschapsmerk is aangevraagd voor „Chemische producten voor industriële en wetenschappelijke doeleinden; chemische producten voor industriële en wetenschappelijke doeleinden voor de behandeling van biopolymeren; biologische werkzame stoffen voor laboratoria voor de toepassing in wetenschap en onderzoek, te weten buffers en reagentia, te weten voor het inbrengen van moleculen en molecuulaggregaten, te weten peptiden en/of nucleïnezuren, in cellen, te weten prokaryotische en eukaryotische cellen; chromatografische materialen voor het gebruik in afscheiding, reiniging en isolatie van biopolymeren en reagentia en oplosmiddelen voor het uitvoeren van chromatografische afscheiding, reiniging en/of isoleringsprocessen van biopolymeren; sets voor het inbrengen van moleculen en molecuulaggregraten, te weten peptiden en/of nucleïnezuren, in cellen, te weten prokaryotische of eukaryotische cellen; transfectiereagentia” en „Farmaceutische, diergeneeskundige en hygiënische producten”, respectievelijk behorend tot de klassen 1 en 5 in de zin van de Overeenkomst van Nice, en het woordmerk RNActive, dat eerder als gemeenschapsmerk is ingeschreven voor tot dezelfde klassen behorende waren die deels dezelfde en deels uitermate soortgelijk zijn.

Beide tekens zijn inderdaad rond het gemeenschappelijke bestanddeel „rna” opgebouwd. Vastgesteld moet evenwel worden dat dit bestanddeel hoogstens een beperkt onderscheidend vermogen heeft, ook al weten sommige consumenten niet precies wat deze afkorting betekent, maar gaan zij ervan uit dat deze met name indirect naar een chemische of moleculaire verbinding verwijst.

Voor het overige hecht de consument normaal weliswaar meer belang aan het eerste deel van de woorden, aangezien dit met meer nadruk wordt uitgesproken, maar dit neemt niet weg dat het publiek in de regel een beschrijvend of weinig onderscheidend bestanddeel van een samengesteld merk niet als het onderscheidende en dominerende bestanddeel van de door dit merk opgeroepen totaalindruk beschouwt.

Het gemeenschappelijke bestanddeel van de twee betrokken tekens, te weten „rna”, heeft hooguit een beperkt onderscheidend vermogen, zodat het niet mogelijk is om op basis daarvan de commerciële herkomst van de waren te onderscheiden. Derhalve zullen de betrokken achtervoegsels van de conflicterende tekens, namelijk „ctive” en „ifect”, worden beschouwd als de onderscheidende en dominerende bestanddelen die de aandacht van de consument zullen trekken, aangezien zij een groter onderscheidend vermogen hebben dan het beginbestanddeel „rna”.

Hoewel het gemeenschappelijke bestanddeel van beide tekens, te weten „rna”, vooraan staat, leidt deze overeenstemming dus niet tot gevaar voor verwarring. Dit bestanddeel heeft immers een beperkt onderscheidend vermogen, zodat de aandacht van het publiek zal uitgaan naar de uitgang van beide tekens die – globaal beoordeeld – visueel, fonetisch en begripsmatig van elkaar verschillen. De twee tekens roepen dus een verschillende indruk op.

Hieruit volgt dat het feit dat de betrokken waren nagenoeg dezelfde of soortgelijk zijn, wordt gecompenseerd door de geringe mate van overeenstemming tussen de tekens en door het zwakke onderscheidend, zo al niet beschrijvend vermogen van de afkorting „RNA”, zodat elk gevaar voor verwarring bij het doelpubliek moet worden uitgesloten.

(cf. punten 47‑50, 52-53)