Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 23 december 2002 ingesteld door Kronoply GmbH & Co. KG en Kronotex GmbH & Co. KG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-388/02)

    Procestaal: Duits

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 23 december 2002 beroep tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen ingesteld door Kronoply GmbH & Co. KG en Kronotex GmbH & Co. KG, te Heiligengrabe (Duitsland), vertegenwoordigd door R. Nierer, advocaat.

Verzoeksters concluderen dat het het Gerecht behage:

(het besluit van de Commissie van 19 juni 2002 (staatssteun nr. N 240/2002) om geen bezwaar te maken tegen de verlening van steun door de Bondsrepubliek Duitsland aan Zellstoff Stendal GmbH, nietig te verklaren;

(verweerster te verwijzen in haar eigen kosten en in die van verzoeksters.

Middelen en voornaamste argumenten:

Verzoeksters produceren plaatmaterialen op houtbasis van pas gekapt grenen, onder meer MDF-, HDF-, LDF- en OSB-platen. Zij komen op tegen het besluit van de Commissie om geen bezwaar te maken tegen de toekenning van een niet terug te betalen subsidie ten belope van 109,161 miljoen euro en een investeringstoelage ten belope van 165,515 miljoen euro aan Zellstoff Stendal GmbH voor de bouw van een pulpfabriek en de oprichting van een onderneming voor houtwinning en een onderneming voor logistiek in Arneburg bij Stendal in de deelstaat Sachsen-Anhalt in de Bondsrepubliek Duitsland, alsmede tegen de borgstelling ter hoogte van 80 % voor een lening van 464,550 miljoen euro.

Zij stellen dat de Commissie zich niet volledig aan de richtsnoeren en kaderregelingen heeft gehouden. Zij heeft niet onderzocht wat de sectoriële invloed van het geplande project op de hulpbron hout is, en is uitgegaan van een te grote straal voor de voorziening van hout. Deze grote straal leidt tot hogere kosten en dus tot gebrek aan rentabiliteit van de onderneming. Werd deze straal beperkt, dan zouden de bosbestanden niet volstaan om alle in de regio gevestigde houtverwerkende ondernemingen in voldoende mate van hout te voorzien.

De Commissie is bovendien eraan voorbijgegaan dat de eigen bijdrage van de begunstigde onderneming beneden de vereiste 25 % ligt.

Voorts heeft de Commissie een te ruime raming gemaakt van het aantal indirect gecreëerde arbeidsplaatsen, zodat in plaats van de factor 1,5 enkel de factor 1,25 moet worden toegepast. Daardoor bedraagt de toegestane maximumsteunintensiteit enkel 26,25 %.

Ook is het aandeel steun van een borgstelling door de overheid voor een lening te laag geraamd; juiste berekening daarvan geeft een steunintensiteit van 33,31 % te zien, die zelfs hoger is dan de door de Commissie goedgekeurde maximale steunintensiteit van 31,5 %.

Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel [88 EG]1 is geschonden, omdat geen formele onderzoeksprocedure is ingeleid, hoewel de Commissie twijfel koesterde. Verzoeksters zijn daardoor belemmerd in de uitoefening van hun procedurele rechten en beperkt in hun recht om te worden gehoord.

Aangezien de richtsnoeren voor regionale steun en de bepalingen van de multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun niet zijn nageleefd, kan evenmin een van de uitzonderingen van artikel 87, lid 3, sub a en c, EG toepassing vinden.

De Commissie heeft voorts gehandeld in strijd met artikel 2, artikel 3, lid 1, sub i, artikel 6 en artikel 174, lid 1, derde streepje, EG, aangezien zij bij haar besluiten geen rekening heeft gehouden met het milieu. Het geplande project leidt tot excessieve houtkap om aan de vraag te voldoen.

BL

____________

1 - PB L 83, blz. 1.