Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 22 januari 2015 door het Koninkrijk Spanje tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 13 november 2014 in zaak T-481/11, Spanje/Commissie

(Zaak C-26/15 P)

Procestaal: Spaans

Partijen

Rekwirant: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: A. Rubio González, gemachtigde)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

de hogere voorziening toewijzen en het arrest van het Gerecht van 13 november 2014 in zaak T-481/11, Spanje/Commissie, vernietigen;

bijlage I, deel 2, VI, D, vijfde streepje, van uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft1 , nietig verklaren;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Onjuiste rechtsopvatting ten aanzien van de omvang van de motiveringsplicht: de door het Gerecht uiteengezette overwegingen verdragen zich niet met de vereiste duidelijkheid en ondubbelzinnigheid waarvan bij de motivering van een verordening blijk moet worden gegeven om te voldoen aan de eisen van artikel 296 VWEU. Het Gerecht vult immers de lacunes in de motivering van de litigieuze verordening aan en stelt zijn eigen motivering in de plaats van die van de litigieuze handeling.

Onjuiste rechtsopvatting ten aanzien van het gelijkheidsbeginsel: bij de in dit verband gemaakte overwegingen van het Gerecht wordt niet uitgegaan van geschikte vergelijkingscriteria. Het Gerecht komt tot zijn oordeel op basis van een vermeend algemeen bekend feit dat niet feitelijk en wetenschappelijk is onderbouwd, namelijk het onderscheid tussen fruit met een dikke en fruit met een dunne schil en de indeling van citrusvruchten in de eerste categorie.

Onjuiste rechtsopvatting ten aanzien van de rechterlijke toetsing van het evenredigheidsbeginsel: bij de door het Gerecht verrichte toetsing van de evenredigheid van een door een instelling opgelegde beperking van het handelsverkeer moet rekening worden gehouden met de ruime beoordelingsvrijheid van de Commissie. Bij zijn toetsing heeft het Gerecht echter niet gehandeld overeenkomstig de in het arrest Tetra Laval2 ontwikkelde rechtspraak. Het is niet genoegzaam nagegaan of de gegevens waarop de litigieuze handeling is gebaseerd, relevant en geschikt zijn voor de onderbouwing van de beperking. Voorts heeft het de op basis van die gegevens getrokken conclusies niet nauwkeurig onderzocht, zodat de beperking verder gaat dan nodig is voor het bereiken van het beoogde doel.

____________

____________

1     PB L 157, blz. 1.

2     Arrest van 15 februari 2005, Commissie/Tetra Laval (C-12/03 P, EU:C:2005:87), punt 39.