Language of document : ECLI:EU:C:2016:132





Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 3 maart 2016 – Spanje/Commissie

(Zaak C‑26/15 P) (1)

„Hogere voorziening – Verordening (EG) nr. 1234/2007 – Gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten – Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 – Bijlage I, deel B 2, punt VI, D, vijfde streepje – Sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit – Citrusvruchten – Handelsnormen – Aanduidingsvoorschriften – Vermelding van de conserveringsmiddelen of van de andere chemische substanties die zijn gebruikt als naoogstbehandeling”

1.                     Hogere voorziening – Middelen – Ontoereikende motivering – Ander middel dan het middel betreffende de materiële wettigheid (Art. 256 VWEU en 296 VWEU) (cf. punt 21)

2.                     Landbouw – Gemeenschappelijke ordening van de markten – Groenten en fruit – Voorwaarden voor in handel brengen – Beoordelingsmarge van de Commissie – Inaanmerkingneming van de aanbevelingen inzake normen die de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties heeft aangenomen – Omvang (Verordening nr. 1234/2007 van de Raad, art. 113, lid 2; verordening nr. 543/2011 van de Commissie, overweging 6) (cf. punten 23‑25)

3.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Handelingen van algemene strekking (Art. 296 VWEU; verordening nr. 543/2011 van de Commissie) (cf. punten 29‑31)

4.                     Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van de feiten – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door het Hof van de vaststellingen van het Gerecht met betrekking tot de algemene bekendheid van feiten die zijn aangevoerd zonder te zijn bewezen – Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (cf. punt 46)

5.                     Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van de feiten – Niet-ontvankelijkheid (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (cf. punten 57, 94)

6.                     Hogere voorziening – Middelen – Middel gericht tegen een overweging ten overvloede – Falend middel (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (cf. punten 59, 96)

7.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Gelijke behandeling – Grenzen – Marktdeelnemers die niet in een vergelijkbare situatie verkeren – Mededingingsnadeel dat een van hen door een gedifferentieerde behandeling lijdt – Geen discriminatie (cf. punten 63, 64)

8.                     Hogere voorziening – Middelen – Geen precieze kritiek op een punt van de redenering van het Gerecht – Niet-ontvankelijkheid (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 169, lid 2) (cf. punt 71)

9.                     Hogere voorziening – Middelen – Middel dat voor het eerst wordt aangevoerd in hogere voorziening – Niet-ontvankelijkheid (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (cf. punt 84)

10.                     Hogere voorziening – Middelen – Loutere herhaling van de voor het Gerecht aangevoerde middelen en argumenten – Niet-ontvankelijkheid (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 169, lid 2) (cf. punt 86)

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2)

Het Koninkrijk Spanje wordt verwezen in de kosten.


1 PB C 89 van 16.3.2015.