Language of document : ECLI:EU:T:2010:256

Zaak T‑407/08

MIP Metro Group Intellectual Property GmbH & Co. KG

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor gemeenschapsbeeldmerk Metromeet – Ouder nationaal woordmerk meeting metro – Relatieve weigeringsgrond – Verwarringsgevaar – Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 [thans artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009]”

Samenvatting van het arrest

Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met ouder merk

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

Voor het relevante publiek, dat uit Duitse professionals op het gebied van de metrologie en verrichters van diensten op dat gebied bestaat, is er sprake van gevaar voor verwarring in de zin van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk tussen het beeldteken Metromeet, waarvan de inschrijving als gemeenschapsmerk is aangevraagd voor waren en diensten van de klassen 9, 16, 35 en 41 in de zin van de Overeenkomst van Nice, en het woordteken meeting metro, dat eerder in Duitsland is ingeschreven voor waren en diensten van dezelfde klassen.

Uit de enkele omstandigheid dat elementen van een merk zijn omgekeerd, kan niet worden geconcludeerd dat er geen visuele overeenstemming van de tekens bestaat. Evenmin kan de omstandigheid dat de woordelementen in omgekeerde volgorde worden uitgesproken, eraan in de weg staan dat de tekens globaal gezien overeenstemmen op fonetisch vlak.

Gelet op het feit dat de aan de orde zijnde waren en diensten gedeeltelijk dezelfde en gedeeltelijk op zijn minst soortgelijk zijn, en dat de betrokken tekens visuele en fonetische overeenstemming vertonen, zij het in lichte mate, en begripsmatig dezelfde zijn, zijn die tekens onvoldoende verschillend om elk gevaar voor verwarring van de merken bij het publiek te voorkomen.

(cf. punten 29‑30, 38, 40, 46)