Language of document :

Arrest van het Gerecht van 26 februari 2015 – Sabbagh / Raad

(Zaak T-652/11)1

(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen Syrië – Bevriezing van tegoeden – Kennelijke beoordelingsfout – Niet-contractuele aansprakelijkheid”)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Bassam Sabbagh (Damascus, Syrië) (vertegenwoordigers: M.-A. Bastin en J.-M. Salva, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: B. Driessen en S. Kyriakopoulou, gemachtigden)

Voorwerp

Ten eerste, een verzoek tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1151/2011 van de Raad van 14 november 2011 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 442/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 296, blz. 3), besluit 2011/782/GBVB van 1 december 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van besluit 2011/273/GBVB (PB L 319, blz. 56), en verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van verordening (EU) nr. 442/2011 (PB L 16, blz. 1), voor zover die handelingen verzoeker betreffen, en, ten tweede, een verzoek tot schadevergoeding

Dictum

Het verzoek tot nietigverklaring van de uitvoeringsverordeningen van de Raad die dateren van na de vaststelling van verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van verordening nr. 442/2011, wordt niet-ontvankelijk verklaard.

De volgende handelingen worden nietig verklaard, voor zover zij Bassam Sabbagh betreffen:

uitvoeringsverordening (EU) nr. 1151/2011 van de Raad van 14 november 2011 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 442/2011;

besluit 2011/782/GBVB van 1 december 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van besluit 2011/273/GBVB;

verordening nr. 36/2012.

De gevolgen van de nietig verklaarde besluiten en verordeningen worden ten aanzien van Sabbagh gehandhaafd tot de datum waarop de termijn voor een verzoek om hogere voorziening verstrijkt of, indien binnen die termijn hogere voorziening is ingesteld, totdat die hogere voorziening eventueel is afgewezen.

Het verzoek tot schadevergoeding wordt afgewezen.

De Raad van de Europese Unie zal zijn eigen kosten dragen alsmede de helft van die van Sabbagh.

Sabbagh zal de helft van zijn eigen kosten dragen.

____________

____________

1     PB C 58 van 25.2.2012.