Language of document :

Beroep ingesteld op 23 september 2013 – SolarWorld e.a. / Commissie

(Zaak T-507/13)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: SolarWorld AG (Bonn, Duitsland); Brandoni solare SpA (Castelfidardo, Italië); Global Sun Ltd (Sliema, Malta); Silicio Solar, SAU (Puertollano, Spanje), en Solaria Energia y Medio Ambiente, SA (Madrid, Spanje) (vertegenwoordigers: L. Ruessmann, advocaat, en J. Beck, solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

het beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren;

besluit 2013/423/EU van de Commissie van 2 augustus 2013 tot aanvaarding van een verbintenis die is aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen en wafers) van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China nietig te verklaren, en

de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters drie middelen aan.

Eerste middel: het bestreden besluit levert schending op van hun recht op een eerlijk proces en het beginsel van behoorlijk bestuur, hun recht van verweer, en de artikelen 8, lid 4, en 19, lid 2, van de basis-antidumpingverordening1 , aangezien

de Commissie een overeenkomst heeft gesloten met de Chinese regering en de Chinese kamer van koophandel voor machines en apparatuur, handelend namens een grote groep Chinese exporterende producenten, zonder de wezenlijke voorwaarden van de betrokken verbintenis naar behoren bekend te maken.

de Commissie de betrokken partijen niet in de gelegenheid heeft gesteld om tijdig zinvolle opmerkingen te maken over het bij het bestreden besluit goedgekeurde verbintenisaanbod.

Tweede middel: een kennelijke beoordelingsfout en schending van de artikelen 6, lid 1, en 8, lid 1, van de basis-antidumpingverordening voor zover het bestreden besluit willekeurig afwijkt van de bevindingen van het door de Commissie gevoerde onderzoek, en minimuminvoerprijzen vaststelt op niveaus die kennelijk niet volstaan om de aan de EU-producenten berokkende schade op te heffen.

Derde middel: schending van artikel 101, lid 1, VWEU voor zover het bestreden besluit een horizontale prijsafspraak aanvaardt en versterkt en aldus indruist tegen het verbod krachtens het VWEU om de mededinging binnen de interne markt te verstoren.

____________

____________

1 Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343, blz. 51).