Language of document :

Beroep ingesteld op 17 oktober 2005 - Pickering / Commissie

(Zaak T-393/05)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij(en): Stephen Pickering (Terhulpen, België) [vertegenwoordiger(s): N. Lhoëst, advocaat]

Verwerende partij(en): Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoeker(s) / verzoekster(s)

-    nietig te verklaren de salarisstroken van verzoeker voor de maanden december 2004, januari 2005 en februari 2005, en alle daaropvolgende salarisstroken, voorzover daarin onwettige bepalingen worden toegepast van verordening nr. 723/2004 van 22 maart 2004 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, van verordening nr. 856/2004 tot vaststelling van de nieuwe aanpassingscoëfficiënten en van verordening nr. 31/2005 houdende aanpassing daarvan;

-    voorzover nodig nietig te verklaren het besluit van het tot aanstelling bevoegde gezag (TABG) van 4 juni 2005 houdende afwijzing van verzoekers klacht (R/299/05),

-    verweerster te verwijzen in de kosten van het geding.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker, ambtenaar van de Commissie, is afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk. Vóór de inwerkingtreding van verordening nr. 723/20041 tot wijziging van het Statuut, maakte hij regelmatig gebruik van de mogelijkheid een deel van zijn bezoldiging naar zijn land van herkomst over te maken. Overeenkomstig de geldende regels werd het overgemaakte deel vermeerderd met het bedrag dat werd verkregen door toepassing van een "aanpassingscoëfficiënt", die het verschil tussen de kosten van levensonderhoud in het land van tewerkstelling en het land van herkomst tot uitdrukking brengt.

Het nieuwe Statuut bevat voor dergelijke overmakingen strikte voorwaarden, anders dan voorheen het geval was. Bovendien is de toe te passen "aanpassingscoëfficiënt" niet meer gelijk aan die welke van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren die zijn tewerkgesteld in het land waarnaar wordt overgemaakt. Voor deze laatsten geldt een op basis van de kosten van levensonderhoud in de hoofdstad van het land berekende coëfficiënt, terwijl de op de overmakingen toe te passen coëfficiënt wordt berekend op basis van de gemiddelde kosten van levensonderhoud in het land waarnaar wordt overgemaakt. Ten slotte is met de nieuwe bepalingen de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op pensioenen komen te vervallen.

Ter ondersteuning van zijn beroep, voorzover dit tegen de regeling betreffende overmaking van de bezoldiging naar het land van herkomst is gericht, voert verzoeker allereerst aan dat verordening nr. 723/2004 onwettig is, omdat zij ontoereikend is gemotiveerd. Vervolgens stelt hij schending van het gelijkheidsbeginsel voorzover de nieuwe regeling voorziet in de toepassing van een andere coëfficiënt voor ambtenaren die werken in het land waarnaar wordt overgemaakt. Verder stelt verzoeker schending van het vertrouwensbeginsel, van verworven rechten en van de rechtszekerheid, alsmede niet-nakoming van de zorgplicht.

Met betrekking tot de pensioenregeling voert verzoeker naast de drie bovengenoemde middelen aan dat deze regeling inbreuk maakt op de vrijheid van vestiging van voormalige ambtenaren, voorzover zij dezen ertoe aanzet zich na het neerleggen van hun werkzaamheden te vestigen in een land waar de kosten van levensonderhoud minder hoog zijn.

____________

1 - Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, PB L 124 van 24.4.2004, blz. 1.