Language of document : ECLI:EU:F:2015:31

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Eerste kamer)

21 april 2015

Zaak F‑87/12 RENV

Geoffroy Alsteens

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst – Terugverwijzing na vernietiging – Tijdelijk functionaris – Verlenging van de overeenkomst – Regel van zes jaar”

Betreft:      Beroep, ingesteld op grond van artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, waarmee Alsteens vraagt om nietigverklaring van „het besluit van de [Europese] Commissie van 18 november 2011, voor zover daarbij de duur van de verlenging [van zijn] overeenkomst van tijdelijk functionaris [...] wordt beperkt tot 31 maart 2012”.

Beslissing:      Het beroep wordt verworpen. Alsteens draagt de eigen kosten die hij respectievelijk heeft gemaakt in de zaken F‑87/12, T‑373/13 P en F‑87/12 RENV alsmede de kosten van de Europese Commissie in zaak F‑87/12. De Europese Commissie draagt de eigen kosten die zij in de zaken T‑373/13 P en F‑87/12 RENV heeft gemaakt.

Samenvatting

1.      Ambtenaren – Tijdelijk functionarissen – Aanstellingsduur – Regel van zes jaar – Mogelijkheid van afwijking voor het belang van de dienst – Verplichting om de mogelijkheid van toepassing van de uitzondering te onderzoeken – Omvang

[Ambtenarenstatuut, art. 90; Regeling andere personeelsleden, art. 2, onder a) en b), en 8]

2.      Ambtenaren – Tijdelijk functionarissen – Aanwerving – Niet-verlenging van een overeenkomst voor bepaalde tijd – Verplichting om de mogelijkheid van een nieuwe tewerkstelling van de betrokken functionaris te onderzoeken – Geen verplichting

[Regeling andere personeelsleden, art. 2, 8 en 47, onder b), i)]

1.      Wat een verlenging van een overeenkomst voor bepaalde tijd van een tijdelijk functionaris betreft, staat het aan het tot het aangaan van aanstellingsovereenkomsten bevoegd gezag om, wanneer er een uitdrukkelijk verzoek om verlenging is ingediend na de periode van zes jaar die in een algemeen intern besluit is voorzien, te onderzoeken of er sprake is van een belang van de dienst dat een afwijking van de regel van zes jaar rechtvaardigt.

Wanneer het verzoek om verlenging een bepaalde duur betreft, die niet de periode van zes jaar overschrijdt, wordt het tot het aangaan van aanstellingsovereenkomsten evenwel niet verzocht om zich uit te spreken over de mogelijkheid van een dergelijke afwijking.

Niets belet de betrokken functionaris echter om op grond van artikel 90, lid 1, van het Statuut een verzoek in te dienen om te onderzoeken of zijn overeenkomst na de periode van zes jaar in het belang van de dienst kan worden verlengd.

(cf. punten 54, 57 en 62)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: beschikking Vakalopoulou/Commissie, T‑97/00, EU:T:2001:38, punt 14

Gerecht van de Europese Unie: arrest Commissie/Petrilli, T‑143/09 P, EU:T:2010:531

Gerecht voor ambtenarenzaken: arrest BR/Commissie, F‑13/12, EU:F:2013:39

2.      De eerbiediging van de zorgplicht en het begrip dienstbelang verplichten het tot het aangaan van aanstellingsovereenkomsten bevoegd gezag niet om, alvorens te beslissen om een overeenkomst van tijdelijk functionaris niet te verlengen, eerst de mogelijkheid te onderzoeken om de betrokken functionaris in een andere post tewerk te stellen.

(cf. punt 66)

Referentie:

Gerecht van de Europese Unie: arrest Commissie/Macchia, T‑368/12 P, EU:T:2014:266, punt 57

Gerecht voor ambtenarenzaken: arrest Macchia/Commissie, F‑63/11, EU:F:2012:83, punt 60