Beschikking van het Gerecht (Vijfde kamer) van 13 juli 2011 – Koné/Raad
(Zaak T‑349/11)
„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen in verband met situatie in Ivoorkust – Beroep tot nietigverklaring – Beroepstermijn – Tardiviteit – Kennelijke niet-ontvankelijkheid”
1. Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Regels van openbare orde – Ambtshalve onderzoek door Unierechter (Art. 263, zesde alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 102, leden 1 en 2) (cf. punten 11‑12)
2. Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Aanvang – Datum van bekendmaking van betrokken handeling (Art. 263, vierde en zesde alinea, VWEU en 275, tweede alinea, VWEU; verordening nr. 560/2005 van de Raad; besluit 2010/656 van de Raad) (cf. punt 16)
Voorwerp
| Verzoek tot nietigverklaring van besluit 2011/17/GBVB van de Raad van 11 januari 2011 tot wijziging van besluit 2010/656/GBVB van de Raad tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust (PB L 11, blz. 31), van besluit 2011/18/GBVB van de Raad van 14 januari 2011 tot wijziging van besluit 2010/656 (PB L 11, blz. 36), en van besluit 2011/221/GBVB van de Raad van 6 april 2011 tot wijziging van besluit 2010/656 (PB L 93, blz. 20), en van verordening (EU) nr. 25/2011 van de Raad van 14 januari 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 560/2005 tot instelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Ivoorkust (PB L 11, blz. 1), en van verordening (EU) nr. 330/2011 van de Raad van 6 april 2011 tot wijziging van verordening nr. 560/2005 (PB L 93, blz. 10), voor zover zij verzoeker betreffen. |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Katinan Justin Koné zal zijn eigen kosten dragen. |
3) | | Er behoeft niet te worden beslist op het verzoek om een versnelde procedure en uitspraak bij voorrang. |