Language of document :

Beroep ingesteld op 3 mei 2024 – Europese Commissie / Republiek Bulgarije

(Zaak C-329/24)

Procestaal: Bulgaars

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: N. Nikolova en E. Sanfrutos Cano)

Verwerende partij: Republiek Bulgarije

Conclusies

De Commissie verzoekt het Hof:

vast te stellen dat de Republiek Bulgarije is tekortgeschoten in de verplichtingen die op haar rusten krachtens artikel 13, lid 7, en artikel 15, lid 1, van richtlijn 2000/60/EG1 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, doordat zij niet uiterlijk op 22 maart 2022 had voldaan aan haar verplichtingen inzake de herziening en de aanpassing van de stroomgebiedsbeheerplannen en de rapportering over deze plannen overeenkomstig artikel 15 van de richtlijn;

de Republiek Bulgarije te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid heeft tot doel te zorgen voor een goede kwantitatieve en kwalitatieve toestand van de Europese wateren zoals rivieren en meren. Volgens de richtlijn moeten de lidstaten om de zes jaar hun stroomgebiedsbeheerplannen herzien, aanpassen en erover rapporteren. Deze plannen, die een maatregelenprogramma omvatten, zijn – zo heet in de richtlijn – de sleutel tot het bereiken en behouden van een goede watertoestand.

De lidstaten moesten uiterlijk op 22 december 2021 hun stroomgebiedsbeheerplannen hebben herzien en aangepast en uiterlijk op 22 maart 2022 afschriften daarvan naar de Commissie hebben gestuurd.

Aangezien de Commissie binnen de gestelde termijn geen afschrift van de stroomgebiedsbeheersplannen van de Republiek Bulgarije had ontvangen, heeft zij deze lidstaat op 15 februari 2023 een aanmaningsbrief gezonden. Op 28 september 2023 heeft zij de Republiek Bulgarije een met redenen omkleed advies toegezonden. Desondanks heeft de Republiek Bulgarije tot dusver geen uitvoeringsmaatregelen genomen of de Commissie daarvan in kennis gesteld.

____________

1 PB 2000, L 327, blz. 1.