Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Törvényszék (Hongarije) op 15 februari 2022 – Xella Magyarország Építőanyagipari Kft. / Innovációs és Technológiai Miniszter

(Zaak C-106/22)

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Fővárosi Törvényszék

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Xella Magyarország Építőanyagipari Kft.

Bevoegde instantie waaraan de kennisgeving is gericht: Innovációs és Technológiai Miniszter

Prejudiciële vragen

Moet artikel 65, lid 1, onder b), VWEU, mede gelet op de overwegingen 4 en 6 van verordening (EU) 2019/452 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie1 en op artikel 4, lid 2, VEU, aldus worden uitgelegd dat op grond daarvan een regeling zoals die in titel 85 en met name in § 276, punt 1 en punt 2, onder a), en § 283, lid 1, onder b), van veszélyhelyzet megszűnésével összefüggő átmeneti szabályokról és a járványügyi készültségről szóló 2020. évi LVIII. törvény (wet LVIII van 2020 betreffende overgangsbepalingen met betrekking tot het einde van de noodtoestand en de door de pandemie veroorzaakte crisis) kan worden vastgesteld?

Indien de eerste prejudiciële vraag bevestigend wordt beantwoord, staat het enkele feit dat de Europese Commissie met betrekking tot de eigendomsketen van een indirecte buitenlandse investeerder een concentratiecontroleprocedure heeft gevoerd, haar bevoegdheden heeft uitgeoefend en de concentratie heeft goedgekeurd, in de weg aan de uitoefening van discretionaire bevoegdheid krachtens het toepasselijke recht van de lidstaat?

____________

1 Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 (PB 2019, L 79 I, blz. 1).