Language of document : ECLI:EU:C:2017:765

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer)

12 oktober 2017 (*)

„Heropening van de mondelinge behandeling – Houden van een terechtzitting”

In zaak C‑163/16,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de rechtbank Den Haag (Nederland) bij beslissing van 9 maart 2016, ingekomen bij het Hof op 21 maart 2016, in de procedure

Christian Louboutin,

Christian Louboutin SAS

tegen

Van Haren Schoenen BV,

geeft

HET HOF (Grote kamer)

samengesteld als volgt: K. Lenaerts, president, A. Tizzano, vicepresident, L. Bay Larsen, T. von Danwitz, J. L. da Cruz Vilaça, E. Levits en C. Vajda, kamerpresidenten, E. Juhász (rapporteur), J.‑C. Bonichot, A. Arabadjiev, C. Toader, S. Rodin, F. Biltgen, K. Jürimäe en C. Lycourgos, rechters,

advocaat-generaal: M. Szpunar,

griffier: A. Calot Escobar,

de advocaat-generaal gehoord,

de navolgende

Beschikking

1        Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 3, lid 1, onder e), iii), van richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PB 2008, L 299, blz. 25).

2        Dit verzoek werd ingediend in het kader van een vordering wegens inbreuk die door C. Louboutin en Christian Louboutin SAS werd ingesteld tegen Van Haren Schoenen BV naar aanleiding van de verkoop door deze laatste van schoenen die inbreuk zouden maken op het door verzoekers in het hoofdgeding bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom ingeschreven merk.

3        Op 28 februari 2017 heeft het Hof de zaak verwezen naar de Negende kamer. De terechtzitting heeft plaatsgevonden op 6 april 2017, de advocaat-generaal heeft conclusie genomen op 22 juni 2017, en vervolgens werd de mondelinge behandeling gesloten.

4        Daar de Negende kamer van oordeel was dat de zaak principiële vragen deed rijzen over het Uniemerkenrecht, besloot zij op 13 september 2017 om de zaak terug te verwijzen naar het Hof voor een nieuwe toewijzing ervan aan een grotere rechtsprekende formatie overeenkomstig artikel 60, lid 3, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof.

5        Daarop heeft het Hof besloten deze zaak toe te wijzen aan de Grote kamer.

6        Derhalve dient overeenkomstig artikel 83 van het Reglement voor de procesvoering, de advocaat-generaal gehoord, de heropening van de mondelinge behandeling te worden gelast en dienen de partijen te worden opgeroepen voor een nieuwe terechtzitting.

Het Hof (Grote kamer) beschikt:

1)      De mondelinge behandeling in zaak C163/16 wordt heropend.

2)      De datum van de pleitzitting zal later worden vastgesteld.

3)      De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.

Luxemburg, 12 oktober 2017.

De griffier

 

De president

A. Calot Escobar

 

K. Lenaerts


*      Procestaal: Nederlands.