Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 19 november 2004 ingesteld door Elisabetta Dami tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

(Zaak T-467/04)

Taal van het verzoekschrift: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 19 november 2004 beroep tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) ingesteld door Elisabetta Dami, wonende te Milaan (Italië), vertegenwoordigd door P. G. Beduschi en S. Giudici, advocaten.

Andere partij in de procedure voor de tweede kamer van beroep: The Stilton Cheese Makers Association.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

vast te stellen dat de aan het Bureau gerichte brief van 4 juni 2004, die door de partijen gezamenlijk was ondertekend, geen verklaring tot beëindiging van de procedure voor de kamer van beroep inhoudt, doch een gewoon verzoek om verlenging;

de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau van 20 september 2004 in zaak R 982/2002-2 te vernietigen en de zaak naar de kamer van beroep terug te wijzen;

het Bureau te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het

gemeenschapsmerk:    verzoekster

Betrokken gemeenschapsmerk:    woordmerk "GERONIMO STILTON" voor waren en/of diensten van de klassen 16 (boeken, enz.), 25 (kleding, enz.), 28 (spellen, enz.), 29 (vlees, enz.), 30 (deeg voor gebak, enz.) en 41 (diensten verleend op het gebied van onderwijs, enz.) - aanvraagnr. 1345503

Houder van het oppositiemerk

of -teken in de oppositieprocedure:    The Stilton Cheese Makers Association

Oppositiemerk of -teken:    nationaal woordmerk "STILTON"; gecontroleerde benamingen van oorsprong WHITE STILTON CHEESE en BLUE STILTON CHEESE

Beslissing van de oppositieafdeling:    toewijzing van de oppositie voor de klassen 29 en 30

Beslissing van de kamer van beroep:    De kamer van beroep heeft geoordeeld dat, na wijzigingen in de opgave van de betrokken waren bij een gezamenlijke brief van de partijen van 4 juni 2004, de oppositie was ingetrokken en de procedure bijgevolg was beëindigd. Aangezien volgens de kamer van beroep de enige nog te beslechten kwestie de verdeling van de kosten was, werd gelast dat elke partij haar eigen taksen en kosten van de oppositieprocedure en van de beroepsprocedure draagt.

Middelen:    De middelen zijn dezelfde als die in zaak T-466/04, aanhangig gemaakt door dezelfde verzoekster.

____________