Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 8 juni 2023 door ZR tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 29 maart 2023 in zaak T-400/21, ZR / EUIPO

(Zaak C-364/23 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: ZR (vertegenwoordigers: A. Champetier en S. Rodrigues, advocaten)

Andere partij in de procedure: Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

Conclusies

Rekwirante verzoekt het Hof:

het bestreden arrest te vernietigen en de rekwirantes vorderingen ontvankelijk en gegrond te verklaren;

het besluit van 8 september 2020 van het EUIPO tot afwijzing van rekwirantes aanvraag om naar het EUIPO te worden overgeplaatst nietig te verklaren, en het besluit van de voorzitter van de raad van bestuur van het EUIPO van 22 maart 2021 tot afwijzing van de klacht die door rekwirante op grond van artikel 90, lid 2, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie was ingediend tegen de beslissing van 8 september 2020 nietig te verklaren, en indien dit niet mogelijk is, de zaak voor afdoening te verwijzen naar het Gerecht;

de verweerder te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirante betoogt dat het Gerecht met de afwijzing van de drie middelen in eerste aanleg blijk heeft gegeven van een aantal onjuiste rechtsopvattingen, rekwirantes middelen onjuist heeft opgevat, waarbij redeneringsfouten werden gemaakt en de rechten van verdediging en het recht op effectieve rechtsbescherming van rekwirante zijn geschonden, en voorts bewijsmateriaal onjuist heeft opgevat of bepaalde vaststellingen heeft gedaan die niet worden ondersteund door de memories van de partijen.

____________