Language of document :

Arrest van het Gerecht van 8 mei 2012 - Dow Chemical / Raad

(Zaak T-158/10)

["Dumping - Invoer van ethanolamine uit Verenigde Staten - Definitief antidumpingrecht - Verval van antidumpingrechten - Nieuw onderzoek - Waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping - Artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 1225/2009"]

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: The Dow Chemical Company (Midland, Michigan, Verenigde Staten) (vertegenwoordigers: aanvankelijk J.-F. Bellis, R. Luff en V. Hahn, vervolgens J.-F. Bellis en R. Luff, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: J.-P. Hix, R. Szostak en B. Driessen, gemachtigden, bijgestaan door G. Berrisch, advocaat, en N. Chesaites, barrister)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk H. van Vliet en M. França, vervolgens M. França en A. Stobiecka-Kuik, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 54/2010 van de Raad van 19 januari 2010 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op de invoer van ethanolamine uit de Verenigde Staten van Amerika (PB L 17, blz. 1)

Dictum

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 54/2010 van de Raad van 19 januari 2010 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op de invoer van ethanolamine uit de Verenigde Staten van Amerika wordt nietig verklaard voor zover zij betrekking heeft op The Dow Chemical Company.

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten alsmede die van The Dow Chemical Company.

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.

____________

1 - PB C 161 van 19.6.2010.