Language of document :

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 11 juli 2007 - Zweden / Commissie

(Zaak T-229/04)1

("Richtlijn 91/414/EEG - Gewasbeschermingsmiddelen - Werkzame stof paraquat - Vergunning voor in handel brengen - Toelatingsprocedure - Bescherming van gezondheid van mens en dier")

Procestaal: Zweeds

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk Zweden (vertegenwoordiger: A. Kruse, gemachtigde)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: L. Ström van Lier en B. Doherty, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verzoekende partij: Koninkrijk Denemarken (vertegenwoordigers: J. Molde, A. Jacobsen en J. Bering Liisberg, gemachtigden); Republiek Oostenrijk (vertegenwoordiger: E. Riedl, gemachtigde); en Republiek Finland (vertegenwoordigers: T. Pynnä en E. Bygglin, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van richtlijn 2003/112/EG van de Commissie van 1 december 2003 tot wijziging van richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde paraquat op te nemen als werkzame stof (PB L 321, blz. 32)

Dictum

Richtlijn 2003/112/EG van de Commissie van 1 december 2003 tot wijziging van richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde paraquat op te nemen als werkzame stof, wordt nietig verklaard.

De Commissie zal de kosten van het Koninkrijk Zweden alsmede haar eigen kosten dragen.

Het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Oostenrijk en de Republiek Finland zullen hun eigen kosten dragen.

____________

1 - PB C 106 van 30.4.2004 (voorheen zaak C-102/04).