Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 29 december 2023 door Renco Valore SpA, Seopult LTD en Grapevine Investimentos e Serviços, Lda (Zona Franca da Madeira) tegen de beschikking van het Gerecht (Vijfde kamer) van 18 oktober 2023 in de zaken T-588/22 en T-660/22, Renco Valore en Seopult/Commissie (Vrijhandelszone van Madeira)

(Zaak C-806/23 P)

Procestaal: Portugees

Partijen

Rekwirantes: Renco Valore SpA, Seopult LTD, Grapevine Investimentos e Serviços, Lda (Zona Franca da Madeira) (vertegenwoordigers: A. Gaspar Schwalbach en C. Pinto Xavier, advocaten)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

Rekwirantes verzoeken het Hof om overeenkomstig artikel 263 VWEU en artikel 264 VWEU de beschikking van het Gerecht van 18 oktober 2023 in de gevoegde zaken T-588/22 en T-660/22 te vernietigen en bijgevolg:

(i) de artikelen 1, 4 en 5 van besluit (EU) 2022/14141 van de Commissie van 4 december 2020 betreffende steunregeling SA.21259 (2018/C) (ex 2018/NN) door Portugal ten uitvoer gelegd ten gunste van de vrijhandelszone van Madeira (Zona Franca da Madeira, ZFM) – Regeling III nietig te verklaren; en

(ii) de Commissie te verwijzen in alle kosten van de procedure, daaronder begrepen die van rekwirantes.

Middelen en voornaamste argumenten

ONJUISTE RECHTSOPVATTING MET BETREKKING TOT DE UITLEGGING VAN HET CRITERIUM „ACTIVITEITEN DIE DAADWERKELIJK EN MATERIEEL OP MADEIRA ZIJN UITGEVOERD”

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de Commissie het criterium van de „daadwerkelijk en materieel uit activiteiten op Madeira voortvloeiende winst” juist heeft uitgelegd. De winst van de in de ZFM geregistreerde ondernemingen die voor het belastingvoordeel in aanmerking komen, is niet beperkt tot de winst uit activiteiten waarvoor extra kosten worden gemaakt in verband met de afgelegen ligging, dat wil zeggen, activiteiten die uitsluitend in het geografische gebied van de autonome regio Madeira worden uitgevoerd. Gelet op de doelstellingen en de context van Regeling III van de ZFM, maakt de juiste uitlegging van dit criterium het mogelijk activiteiten van in de ZFM toegelaten ondernemingen die daar hun besluitvormingscentrum hebben, ongeacht of zij internationaal actief zijn, te beschouwen als activiteiten die daadwerkelijk en materieel op Madeira worden uitgevoerd.

ONJUISTE RECHTSOPVATTING MET BETREKKING TOT DE UITLEGGING VAN HET CRITERIUM „BEHOUD VAN BANEN”

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de Commissie het criterium „behoud van banen” juist heeft uitgelegd. Aangezien er in de Europese Unie geen begrip „baan” bestaat en een dergelijk begrip voor de toepassing van Regeling III noch in de besluiten van 2007 en 2013, noch in de richtsnoeren van 2007 is verduidelijkt, moet worden uitgegaan van het begrip „baan” zoals dit voortvloeit uit de nationale arbeidswetgeving. De methode om banen te definiëren in termen van „VTE” (voltijdequivalenten) en „AJE” (arbeidsjaareenheden) is niet van toepassing op Regeling III van de ZFM.

SCHENDING VAN DE ALGEMENE UNIERECHTELIJKE BEGINSELEN VAN RECHTSZEKERHEID EN BESCHERMING VAN HET GEWETTIGD VERTROUWEN

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat het besluit van de Commissie de algemene Unierechtelijke beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen niet schendt. In casu staat de toepassing van deze beginselen eraan in de weg dat de Commissie van de Portugese nationale autoriteiten verlangt dat zij de betrokken steun bij de begunstigden, en met name bij rekwirantes, terugvorderen.

____________

1 PB 2022, L 217, blz. 49.