Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 18 maart 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Employment Tribunal, Newcastle upon Tyne - Verenigd Koninkrijk) – C. D. / S. T.

( C-167/12)1

(Prejudiciële verwijzing – Sociale politiek – Richtlijn 92/85/EEG − Maatregelen ter bevordering van verbetering van veiligheid en gezondheid op werk van werkneemsters tijdens zwangerschap, na bevalling en tijdens lactatie – Artikel 8 – Wensmoeder die kind heeft gekregen dankzij draagmoederschapsovereenkomst – Weigering om haar bevallingsverlof toe te kennen – Richtlijn 2006/54/EG – Gelijke behandeling van werknemers en werkneemsters – Artikel 14 – Minder gunstige behandeling van wensmoeder wat toekenning van bevallingsverlof betreft)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Employment Tribunal, Newcastle upon Tyne

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: C. D.

Verwerende partij: S. T.

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Employment Tribunal Newcastle upon tyne – Uitlegging van de artikelen 1, lid 1, 2, sub c, 8, lid 1, en 11, lid 2, sub b, van richtlijn 92/85/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie (tiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van richtlijn 89/391/EEG) (PB L 348, blz. 1) – Uitlegging van de artikelen 14 en 2, lid 1, sub a, b, en c, van richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (PB L 204, blz. 23) – Verbod op elke minder gunstige behandeling van een vrouw die verband houdt met de zwangerschap of het zwangerschapsverlof in de zin van richtlijn 92/85/EEG – Werkingssfeer – Niet-biologische moeder die beroep heeft gedaan op een draagmoederschap – Recht op zwangerschapsverlof

Dictum

Richtlijn 92/85/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie (tiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van richtlijn 89/391/EEG) moet in die zin worden uitgelegd dat de lidstaten niet gehouden zijn bevallingsverlof uit hoofde van artikel 8 van deze richtlijn toe te kennen aan een werkneemster in haar hoedanigheid van wensmoeder die een kind heeft gekregen dankzij een draagmoederschapsovereenkomst, ook niet wanneer zij dat kind na de geboorte eventueel borstvoeding geeft of het daadwerkelijk borstvoeding geeft.

Artikel 14 van richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep, juncto artikel 2, leden 1, sub a en b, en 2, sub c, van deze richtlijn, moet in die zin worden uitgelegd dat het feit dat een werkgever weigert bevallingsverlof toe te kennen aan een wensmoeder die een kind heeft gekregen dankzij een draagmoederschapsovereenkomst, geen discriminatie op grond van geslacht vormt.

____________

1 PB C 194 van 30.6.2012.