Arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 27 september 2012 –
J/Parlement

(Zaak T‑160/10)

„Recht om verzoekschrift in te dienen – Tot het Europees Parlement gericht verzoekschrift – Beslissing om verzoekschrift onbehandeld terzijde te leggen – Beroep tot nietigverklaring – Motiveringsplicht – Verzoekschrift dat geen beleidsgebied van Unie betreft”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Schending van wezenlijke vormvoorschriften – Niet-nakoming van motiveringsplicht – Ambtshalve onderzoek door rechter (Art. 263 VWEU) (cf. punten 17, 18)

2.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beslissing van de Commissie Verzoekschriften van het Parlement om verzoekschrift onbehandeld terzijde te leggen (Art. 227 VWEU en 296 VWEU) (cf. punten 20‑22, 26‑28)

3.                     Handelingen van de instellingen – Beslissing van de Commissie Verzoekschriften van het Parlement om verzoekschrift onbehandeld terzijde te leggen – Verzoekschrift betreffende schending, door lidstaat, van eigendomsrecht zoals vervat in artikel 17 van het Handvest van grondrechten – Verzoekschrift dat geen verband met toepassing van het Unierecht houdt – Gegrondheid van beslissing om verzoekschrift onbehandeld terzijde te leggen (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 17 en 51) (cf. punten 30‑32)

Voorwerp

Nietigverklaring van het besluit van de Commissie Verzoekschriften van het Europees Parlement van 2 maart 2010 waarbij het door verzoeker op 19 november 2009 ingediende verzoekschrift (nr. 1673/2009) onbehandeld terzijde is gelegd

Dictum

1) Het beroep wordt verworpen.

2) J. wordt verwezen in de kosten.