Language of document :

Mededeling in het PB

 

    ARREST VAN HET HOF

     (Zesde kamer)

     2 juli 2002

in zaak C-499/99: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk Spanje (1)

    ("Niet-nakoming ( Staatssteun ( Steun toegekend aan ondernemingen van Magefesa-concern ( Beschikkingen 91/1/EEG en 1999/509/EG van Commissie waarbij terugbetaling wordt gelast ( Niet-uitvoering")

    (Procestaal: Spaans)

    (Voorlopige vertaling; de definitieve vertaling verschijnt in de Jurisprudentie van het Hof)

In zaak C-499/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: G. Rozet en R. Vidal) tegen Koninkrijk Spanje (gemachtigde: R. Silva de Lapuerta), betreffende een verzoek om vast te stellen dat het Koninkrijk Spanje, door niet binnen de gestelde termijn de nodige maatregelen vast te stellen om te voldoen aan de beschikkingen 91/1/EEG van de Commissie van 20 december 1989 inzake door de Spaanse Regering en door de regeringen van enkele autonome gemeenschappen in Spanje aan MAGEFESA, fabrikant van huishoudelijke artikelen uit roestvrij staal en kleine elektrische huishoudelijke apparaten, toegekende steun (PB 1991, L 5, blz. 18), en 1999/509/EG van de Commissie van 14 oktober 1998 betreffende door Spanje toegekende steun ten behoeve van de ondernemingen van het Magefesa-concern en hun opvolgers (PB 1999, L 198, blz. 15), waarbij is verklaard dat bepaalde steunmaatregelen aan de ondernemingen van het Magefesa-concern onrechtmatig zijn verstrekt en bovendien onverenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt, de verplichtingen niet is nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 249, vierde alinea, EG en de artikelen 2 en 3 van deze beschikkingen, heeft het Hof (Zesde kamer), samengesteld als volgt: F. Macken, kamerpresident, J.-P. Puissochet (rapporteur), R. Schintgen, V. Skouris en J. N. Cunha Rodrigues, rechters, advocaat-generaal: J. Mischo, griffier: R. Grass, op 2 juli 2002 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)Door enerzijds niet de nodige maatregelen vast te stellen om te voldoen aan beschikking 91/1/EEG van de Commissie van 20 december 1989 inzake door de Spaanse Regering en door de regeringen van enkele autonome gemeenschappen in Spanje aan MAGEFESA, fabrikant van huishoudelijke artikelen uit roestvrij staal en kleine elektrische huishoudelijke apparaten, toegekende steun, voorzover daarbij is verklaard dat de aan de ondernemingen Industrias Domésticas SA (Indosa), Manufacturas Gur SA (GURSA), Manufacturas Inoxidables Gibraltar SA (MIGSA), en Cubertera del Norte SA (Cunosa) toegekende steun onwettig is en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, en aan beschikking 1999/509/EG van de Commissie van 14 oktober 1998 betreffende door Spanje toegekende steun ten behoeve van de ondernemingen van het Magefesa-concern en hun opvolgers, voorzover daarbij is verklaard dat de aan de ondernemingen GURSA, MIGSA et Cunosa toegekende steun onwettig is en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, en door anderzijds de Commissie niet binnen de gestelde termijn in kennis te stellen van de maatregelen om te voldoen aan beschikking 1999/509, voorzover daarbij is verklaard dat de aan de onderneming Indosa toegekende steun onwettig is en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, is het Koninkrijk Spanje de verplichtingen niet nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 249, vierde alinea, EG en de artikelen 2 en 3 van deze beschikkingen.

2)Het beroep van de Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt verworpen voor het overige.

3)Het Koninkrijk Spanje wordt verwezen in de kosten.

____________

1 - PB C 79 van 18.3.2000.