Language of document :

Arrest van het Gerecht van 28 februari 2024 – Denemarken/Commissie

(Zaak T-364/20)1

(„Staatssteun – Overheidsfinanciering van de vaste weg- en spoorverbinding over de Fehmarnbelt – Deense steun voor Femern – Besluit waarbij de steun verenigbaar met de interne markt wordt verklaard – Beroep tot nietigverklaring – Scheidbaarheid – Ontvankelijkheid – Begrip ‚onderneming’ – Begrip ‚economische activiteit’ – Bouw en exploitatie van de vaste weg- en spoorverbinding – Ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer tussen de lidstaten en verstoring van de mededinging”)

Procestaal: Deens

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk Denemarken (vertegenwoordigers: C. Maertens en M. Søndahl Wolff, gemachtigden, bijgestaan door R. Holdgaard en J. Pinborg, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordiger: S. Noë, gemachtigde)

Interveniënten aan de zijde van verzoekende partij: Koninkrijk België (vertegenwoordigers: L. Van den Broeck, gemachtigde, bijgestaan door J. Vanden Eynde, advocaat), Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: J. Möller en R. Kanitz, gemachtigden), Groothertogdom Luxemburg (vertegenwoordigers: A. Germeaux en T. Schell, gemachtigden)

Voorwerp

Met zijn beroep krachtens artikel 263 VWEU verzoekt het Koninkrijk Denemarken om besluit C(2020) 1683 final van de Commissie van 20 maart 2020 betreffende de steunmaatregel SA.39078 (2019/C) (ex 2014/N) ten uitvoer gelegd door Denemarken ten gunste van Femern A/S (PB 2020, L 339, blz. 1), nietig te verklaren voor zover in de eerste volzin van artikel 2 van dat besluit de maatregelen die bestaan in kapitaalinjecties en een combinatie van staatsleningen en staatsgaranties ten gunste van Femern A/S als staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU zijn aangemerkt.

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Het Koninkrijk Denemarken draagt zijn eigen kosten en die van de Europese Commissie.

Het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland en het Groothertogdom Luxemburg dragen hun eigen kosten.

____________

1     PB C 287 van 31.8.2020.