Language of document :

Beroep ingesteld op 5 februari 2008 - IEA e.a. / Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-56/08)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Stichting IEA Secretariaat Nederland (IEA) (Amsterdam, Nederland), Educational Testing Service Global BV (ETS-Europe) (Amsterdam, Nederland), Deutsches Institut für Internationale Pädagogische Forschung (DIPF) (Frankfurt am Main, Duitsland), Institut zur Qualitätsentwicklung im Bildungswesen (IQB) (Berlijn, Duitsland) (vertegenwoordiger: E. Morgan de Rivery en S. Thibault-Liger, lawyers)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de beslissing van de Commissie van 23 november 2007 houdende afwijzing van verzoekers' offerte die is ingediend in het kader van de aanbesteding nr. EAC/21/2007 "Europese enquête inzake taalvaardigheden", op alle onderdelen nietig te verklaren voor zover zij het gemeenschapsrecht schendt en op kennelijke beoordelingsfouten berust;

de beslissing van de Commissie houdende gunning van de opdracht in het kader van deze aanbesteding aan het SurveyLang Consortium, op alle onderdelen nietig te verklaren voor zover zij het gemeenschapsrecht schendt en op kennelijke beoordelingsfouten berust; en

de Commissie overeenkomstig artikel 87, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van eerste aanleg te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Naar aanleiding van verweersters aanbesteding met betrekking tot de "Europese enquête inzake taalvaardigheden" (OJ 2007/S 61-074161), zoals gerectificeerd (OJ 2007/S 109-133727), hebben verzoekers een offerte ingediend. Verzoekers betwisten verweersters beslissing van 23 november 2007 houdende afwijzing van hun offerte en gunning van de opdracht aan een andere inschrijver.

Ter ondersteuning van hun beroep roepen verzoekers in de eerste plaats in dat de bestreden beslissing het beginsel van gelijke behandeling, artikel 100, lid 1, van het Financieel Reglement1 en de aanbestedingsvoorwaarden schendt.

Daarenboven stellen verzoekers dat de Commissie de kwalitatieve criteria die in de aankondiging van de aanbesteding zijn vastgesteld, kennelijk onjuist heeft beoordeeld, wat tot een kennelijke beoordelingsfout bij de vaststelling van het respectieve puntentotaal van de inschrijvers heeft geleid.

Ten slotte verwijten verzoeksters de Commissie dat zij het beginsel van behoorlijk bestuur heeft geschonden door onzorgvuldig te handelen in het kader van de aanbestedingsprocedure.

____________

1 - Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB 2002 L 248, blz. 1), gerectificeerd (PB 2003 L 25, blz. 43).