Language of document : ECLI:EU:T:2012:262





Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 24 mei 2012 —
JBF RAK/Raad

(Zaak T‑555/10)

„Subsidies — Invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit Iran, Pakistan en Verenigde Arabische Emiraten — Definitief compenserend recht en definitieve inning van voorlopig recht — Artikel 11, lid 8, artikel 15, lid 1, en artikel 30, lid 5, van verordening (EG) nr. 597/2009 — Beginsel van behoorlijk bestuur”

1.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek — Bescherming tegen subsidiepraktijken van derde staten — Oplegging van definitief compenserend recht — Rekenfout als gevolg van door belangrijkste uitvoerder verstrekte onjuiste informatie (Verordening nr. 597/2009 van de Raad, art. 15, lid 1, en 30, lid 1) (cf. punten 37‑42, 65‑66)

2.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek — Bescherming tegen subsidiepraktijken van derde staten — Verloop van onderzoek — Mededeling aan betrokken partijen van verkregen informatie — Opmerkingen van partijen over definitieve mededeling — Verplichting voor Commissie om daarmee rekening te houden — Omvang (Verordening nr. 597/2009 van de Raad, art. 30, leden 1, 2 en 5) (cf. punten 68‑87)

3.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek — Bescherming tegen subsidiepraktijken van derde staten — Verloop van onderzoek — Bevoegdheden van Commissie — Grenzen — Samenwerkingsplicht van in klacht vermelde ondernemingen — Omvang (Verordening nr. 597/2009 van de Raad, art. 11, lid 2, en 26) (cf. punt 80)

4.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek — Bescherming tegen subsidiepraktijken van derde staten — Verloop van onderzoek — Verplichting om juistheid van door betrokken partijen verstrekte gegevens te onderzoeken — Omvang (Verordening nr. 597/2009 van de Raad, art. 11, lid 8) (cf. punten 97‑101, 104‑105)

5.                     Recht van Unie — Beginselen — Beginsel van behoorlijk bestuur — Zorgvuldigheidsplicht — Administratieve procedure — Onderzoek naar subsidiepraktijken van derde staten — Omvang (cf. punten 112‑113)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 857/2010 van de Raad van 27 september 2010 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit Iran, Pakistan en de Verenigde Arabische Emiraten (PB L 254, blz. 10)

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

JBF RAK LLC wordt verwezen in haar eigen kosten alsook in die van de Raad van de Europese Unie.

3)

De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen.