Language of document : ECLI:EU:T:2016:109





Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 29 februari 2016 –
Panalpina World Transport (Holding) e.a./Commissie

(Zaak T‑270/12)

„Mededinging – Mededingingsregelingen – Internationale vrachtvervoerdiensten door de lucht – Besluit waarbij een inbreuk op artikel 101 VWEU wordt vastgesteld – Vaststelling van de prijzen – Toeslagen en heffingsmechanismen die een invloed op de eindprijs hebben – Geldboeten – Evenredigheid – Ernst van de inbreuk – Gelijke behandeling – Motiveringsplicht – Schikking – Richtsnoeren voor de berekening van de geldboeten van 2006”

1.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Rechterlijk toezicht – Volledige rechtsmacht van de Unierechter – Omvang (Art. 261 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 31) (cf. punten 26‑29)

2.                     Mededinging – Vervoer – Mededingingsregels – Luchtvervoer – Verordening nr. 17 – Werkingssfeer – Activiteiten die rechtstreeks betrekking hebben op de luchtvervoerdiensten – Daarvan uitgesloten – Activiteiten die niet het luchtvervoer zelf betreffen, maar een upstream- of downstreammarkt – Daaronder begrepen (Art. 101 VWEU; verordeningen van de Raad nr. 17 en nr. 141, considerans 3 en art. 1) (cf. punten 33, 34, 39‑43, 64)

3.                     Mededinging – Geldboeten – Beschikking waarbij geldboeten worden opgelegd – Motiveringsplicht – Omvang – Vermelding van de elementen op basis waarvan de Commissie de zwaarte en de duur van de inbreuk heeft beoordeeld – Toereikende vermelding (Art. 101 VWEU en 296 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3) (cf. punten 76‑80)

4.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vaststelling van het basisbedrag – Vaststelling van de waarde van de verkopen – Verkopen die rechtstreeks of indirect aan de inbreuk zijn gerelateerd – Mogelijkheid voor de Commissie om af te wijken van de algemene berekeningsmethode – Inaanmerkingneming van de bijzondere kenmerken van een zaak – Bestaan van een mededingingsregeling voor een upstreammarkt – Geen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punten 5, 6 en 13) (cf. punten 92, 94, 98, 114, 147‑149, 152, 201)

5.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vaststelling van het basisbedrag – Vaststelling van de waarde van de verkopen – Ernst van de inbreuk – Vaststelling van de geldboete in verhouding tot de factoren die bij de beoordeling van de ernst van de inbreuk in aanmerking zijn genomen – Totale omzet van de betrokken onderneming – Omzet die is behaald met goederen waarop de inbreuk betrekking heeft – Respectieve inaanmerkingneming – Grenzen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punt 13) (cf. punten 102‑107, 158‑160, 165, 166)

6.                     Mededinging – Geldboeten – Richtsnoeren voor de berekening van de geldboeten – Rechtskarakter – Indicatieve gedragsregel waarbij de Commissie zelf haar beoordelingsbevoegdheid beperkt – Mogelijkheid voor de Commissie om daarvan af te wijken – Voorwaarden (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punten 13 en 37) (cf. punten 109, 110)

7.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vaststelling van het basisbedrag – Vaststelling van de waarde van de verkopen – Verkopen die rechtstreeks of indirect aan de inbreuk zijn gerelateerd – Kosten die inherent zijn aan de prijzen van de verkochte goederen en diensten, daaronder begrepen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C210/02 van de Commissie, punt 13) (cf. punten 130, 131, 135)

8.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vaststelling van het basisbedrag – Vaststelling van de waarde van de verkopen – Verkopen die rechtstreeks of indirect aan de inbreuk zijn gerelateerd – Mededingingsregeling in de sector van diensten voor internationaal vrachtvervoer door de lucht – Mededingingsregeling voor de vrachtvervoerdiensten als een pakket van diensten – Inaanmerkingneming van de waarde van de verkopen die zijn gerealiseerd met de vrachtvervoerdiensten als een pakket van diensten – Toelaatbaarheid (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C210/02 van de Commissie, punt 13) (cf. punt 136)

9.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vaststelling van het basisbedrag – Vaststelling van de waarde van de verkopen – Verkopen die rechtstreeks of indirect aan de inbreuk zijn gerelateerd – Beperking tot uitsluitend de verkopen waarop de mededingingsregeling daadwerkelijk van invloed is geweest – Geen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C210/02 van de Commissie, punt 13) (cf. punten 139, 140, 143)

10.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Beginsel van gelijke behandeling – Beslissingspraktijk van de Commissie – Indicatieve waarde (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C210/02 van de Commissie, punt 13) (cf. punt 178)

11.                     Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Middel dat niet met precieze argumenten wordt onderbouwd – Niet-ontvankelijkheid [Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea, en 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (1991), art. 44, lid 1, c)] (cf. punt 185)

12.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Ernst van de inbreuk – Horizontale prijsmededingingsregeling – Zeer zware inbreuk (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punten 23 en 25) (cf. punt 200)

13.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Aanpassing van het basisbedrag – Verzachtende omstandigheden – Bestaan van een mededingingsregeling voor een upstreammarkt – Geen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C210/02 van de Commissie, punt 29) (cf. punt 201)

14.                     Mededinging – Administratieve procedure – Schikkingsprocedure – Opening – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Omvang (Art. 101 VWEU; verordeningen van de Commissie nr. 773/2004, art. 10 bis, lid 1, en nr. 622/2008, considerans 4; mededeling 2008/C 167/01 van de Commissie) (cf. punten 209, 210, 215, 219, 223, 226, 229, 232)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van besluit C(2012) 1959 final van de Commissie van 28 maart 2012 inzake een procedure op grond van artikel 101 [VWEU] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/39462 – Vrachtvervoer), voor zover dit op verzoeksters betrekking heeft, en een verzoek tot herziening van de geldboeten die hun in het kader daarvan zijn opgelegd

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Panalpina World Transport (Holding) Ltd, Panalpina Management AG en Panalpina China Ltd worden verwezen in de kosten.