Language of document :

Beschikking van het Gerecht van 22 december 2014 – Al Assad / Raad

(Zaak T-407/13)1

(„Beroep tot nietigverklaring – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen Syrië – Bevriezing van tegoeden – Plaatsing van een particulier op de lijsten van personen op wie beperkende maatregelen van toepassing zijn – Persoonlijke banden met leden van het regime – Rechten van de verdediging – Eerlijk proces – Motiveringsplicht – Bewijslast – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Evenredigheid – Eigendomsrecht – Recht op privéleven – Gezag van gewijsde – Niet-ontvankelijkheid – Kennelijke niet-ontvankelijkheid – Beroep rechtens ongegrond”)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Bouchra Al Assad (Damascus, Syrië) (vertegenwoordigers: G. Karouni en C. Dumont, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: G. Étienne en M.-M. Joséphidès, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van, ten eerste, uitvoeringsverordening (EU) nr. 363/2013 van de Raad van 22 april 2013 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB L 111, blz. 1, met rectificatie in PB 2013 L 127, blz. 27), ten tweede, besluit 2013/255/GBVB van de Raad van 31 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 147, blz. 14), ten derde, verordening (EU) nr. 1332/2013 van de Raad van 13 december 2013 tot wijziging van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB L 335, blz. 3), ten vierde, besluit 2013/760/GBVB van de Raad van 13 december 2013 houdende wijziging van besluit 2013/255 (PB L 335, blz. 50), ten vijfde, uitvoeringsverordening (EU) nr. 578/2014 van de Raad van 28 mei 2014 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB L 160, blz. 11), en, ten zesde, besluit 2014/309/GBVB van de Raad van 28 mei 2014 tot wijziging van besluit 2013/255 (PB L 160, blz. 37), voor zover verzoeksters naam is gehandhaafd op de lijsten van personen en entiteiten waarop die beperkende maatregelen van toepassing zijn

Dictum

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard voor zover het strekt tot nietigverklaring van besluit 2013/255/GBVB van de Raad van 31 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië.

Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard voor zover het strekt tot nietigverklaring van verordening (EU) nr. 1332/2013 van de Raad van 13 december 2013 tot wijziging van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië, besluit 2013/760/GBVB van de Raad van 13 december 2013 houdende wijziging van besluit 2013/255 en besluit 2014/309/GBVB van de Raad van 28 mei 2014 tot wijziging van besluit 2013/255.

Het beroep wordt ten dele kennelijk niet-ontvankelijk en ten dele kennelijk rechtens ongegrond verklaard voor zover het strekt tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 363/2013 van de Raad van 22 april 2013 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië, en van uitvoeringsverordening (EU) nr. 578/2014 van de Raad van 28 mei 2014 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië.

Bouchra Al Assad wordt verwezen in de kosten.

____________

____________

1     PB C 344 van 23.11.2013.