Language of document :

Beroep ingesteld op 21 oktober 2009 - Bayerische Asphalt-Mischwerke / BHIM - Koninklijke BAM Groep (bam)

(Zaak T-426/09)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Bayerische Asphaltmischwerke GmbH & Co. KG für Straβenbaustoffe (Hofolding, Duitsland) (vertegenwoordigers: R. Kunze, advocaat en solicitor, en G. Würtenberger, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Koninklijke BAM Groep NV (Bunnik, Nederland)

Conclusies

de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 11 augustus 2009 in zaak R 1005/2008-2 vernietigen voor zover daarbij de oppositie werd afgewezen voor "onbuigzame buizen, niet van metaal, voor de bouw; verplaatsbare constructies; monumenten, niet van metaal; bouw; reparaties; installatiewerkzaamheden";

de oppositie tegen het betrokken gemeenschapsmerk toewijzen voor "onbuigzame buizen, niet van metaal, voor de bouw; verplaatsbare constructies; monumenten, niet van metaal; bouw; reparaties; installatiewerkzaamheden";

verweerder verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Betrokken gemeenschapsmerk: beeldmerk "bam" voor waren en diensten van de klassen 6, 19, 37 en 42

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekster

Oppositiemerk of -teken: Duitse merkinschrijving voor het beeldmerk "bam" voor waren van de klassen 7 en 19

Beslissing van de oppositieafdeling: gedeeltelijke toewijzing van de oppositie

Beslissing van de kamer van beroep: gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van de oppositieafdeling

Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 van de Raad, doordat de kamer van beroep niet heeft geconcludeerd dat er sprake was van soortgelijkheid tussen de waren en diensten waarop het betrokken gemeenschapsmerk betrekking heeft enerzijds, en het oppositiemerk anderzijds; misbruik van bevoegdheid doordat de kamer van beroep de grenzen van haar bevoegdheden heeft overschreden; schending van artikel 75 van verordening nr. 207/2009 van de Raad, doordat de kamer van beroep de argumenten die verzoekster in de uiteenzetting van de gronden van haar beroep heeft aangevoerd, niet uitvoerig heeft onderzocht; schending van artikel 63, lid 1, van verordening nr. 207/2009 van de Raad, doordat de kamer van beroep blijk heeft gegeven van een onjuiste opvatting bij de afbakening van de beschermingsomvang van het betrokken gemeenschapsmerk, en dus ten onrechte geen rekening heeft gehouden met alle relevante factoren.

____________