Language of document :

Beroep ingesteld op 16 februari 2007 - Kaučuk / Commissie

(Zaak T-44/07)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Kaučuk a.s. (Kralupy nad Vltavou, Tsjechische Republiek) (vertegenwoordigers: M. Powell en K. Kuik, solicitors)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

gehele of gedeeltelijke nietigverklaring van de artikelen 1 tot en met 3 van de bestreden beschikking, voor zover zij tot verzoekster zijn gericht;

subsidiair, nietigverklaring van artikel 2 van de bestreden beschikking, voor zover Kaučuk daarbij een geldboete van 17,55 miljoen EUR wordt opgelegd, en vaststelling van een aanzienlijk lagere geldboete; en

verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vordert de gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking C(2006) 5700 def. van de Commissie van 29 november 2006 in zaak COMP/F/38.638 - Butadieenrubber en emulsie-styreenbutadieenrubber, waarbij de Commissie heeft vastgesteld dat verzoekster, samen met andere ondernemingen, artikel 81 EG en artikel 53 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte heeft geschonden door afspraken te maken over richtprijzen voor de producten, door klanten te verdelen door middel van non-agressieovereenkomsten en door commerciële informatie in verband met prijzen, concurrenten en klanten uit te wisselen.

Tot staving van haar vordering betoogt verzoekster dat de Commissie

blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door het gedrag van haar verkoopkanaal Tavorex, een zelfstandige juridische entiteit, aan verzoekster toe te rekenen;

een onjuistheid heeft begaan door niet rechtens afdoende aan te tonen dat Tavorex betrokken was bij één enkele voortdurende inbreuk van november 1999 tot november 2002;

blijk heeft gegeven van een kennelijk onjuiste beoordeling door met betrekking tot dezelfde feiten vast te stellen dat zij voldoende zijn om de betrokkenheid van Tavorex aan te tonen, maar niet voldoende om de betrokkenheid van een andere fabrikant aan te tonen;

blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door het communautaire mededingingsrecht toe te passen op verzoekster en Tavorex zonder een afdoende verband aan te tonen tussen verzoekster/Tavorex, de betrokken activiteit en het grondgebied van de Europese Gemeenschappen, in strijd met de rechtspraak inzake de extraterritoriale toepassing van het communautaire mededingingsrecht;

blijk heeft gegeven van een kennelijk onjuiste rechtsopvatting en beoordeling door vast te stellen dat verzoekster, via Tavorex, een inbreuk heeft begaan inzake een product dat verzoekster vervaardigt noch verkoopt, namelijk butadieenrubber;

met het oog op de vaststelling van de geldboete niet heeft aangetoond of verzoekster, via Tavorex, de inbreuk opzettelijk dan wel uit onachtzaamheid heeft gepleegd;

blijk heeft gegeven van een kennelijk onjuiste rechtsopvatting en beoordeling door haar richtsnoeren voor de berekening van geldboeten niet toe te passen.

____________