Language of document :

Beroep ingesteld op 20 mei 2011 - Ellinikos Xryssos / Commissie

(Zaak T-262/11)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Ellinikos Xryssos AE (Kifissia, Griekenland) (vertegenwoordigers: K. Adamantopoulos, E. Petritsi, E. Trova en P. Skouris, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietig verklaren de beschikking van de Commissie van 23 februari 2011 in zaak C-48/2008 (ex NN 61/2008), betreffende staatssteun die Griekenland aan Ellinikos Xryssos heeft verleend, en in het bijzonder de artikelen 1 tot en met 5 ervan; en

verweerster veroordelen in de kosten van verzoekster in deze procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vijf middelen aan:

De Commissie heeft bij het vaststellen en beoordelen van de feiten van de zaak diverse kennelijke fouten gemaakt, die een wezenlijke invloed hadden op de manier waarop zij de voorwaarde inzake het bestaan van een economisch voordeel, overeenkomstig artikel 107, lid 1, VWEU, ten aanzien van Ellinikos Xryssos heeft toegepast en uitgelegd.

De Commissie gaf blijk van kennelijk onjuiste rechtsopvattingen bij de toepassing en uitlegging van het bestanddeel van de definitie van staatssteun dat het bestaan van een economisch voordeel betreft, overeenkomstig artikel 107, lid 1, VWEU, aangezien de Commissie het relevante beginsel van een investeerder in de markteconomie onjuist heeft toegepast.

De Commissie gaf blijk van diverse onjuiste rechtsopvattingen bij de toepassing en uitlegging van de voorwaarde inzake het bestaan van een economisch voordeel, overeenkomstig artikel 107, lid 1, VWEU, door een dergelijk economisch voordeel vast te stellen op grond van haar eigen ongegronde, selectieve en willekeurige argumenten inzake de gestelde waarde van de overgedragen activa.

De Commissie gaf blijk van kennelijk onjuiste rechtsopvattingen bij de toepassing en uitlegging van de voorwaarde inzake het bestaan van een economisch voordeel, overeenkomstig artikel 107, lid 1, VWEU, aangezien zij ten onrechte vaststelde dat de gestelde kwijtschelding van belastingen ten gunste van Ellinikos Xryssos een economisch voordeel uitmaakte.

De Commissie schond fundamentele procedurele vereisten en misbruikte haar bevoegdheid, waardoor zij inbreuk maakte op haar verplichting om een zorgvuldig en onpartijdig onderzoek naar de zaak te voeren.

____________