Language of document :

Arrest van het Hof (Negende kamer) van 8 september 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Hamburg - Duitsland) – R.T. / Hauptzollamt Hamburg

(Zaak C-368/21)1

[Prejudiciële verwijzing – Douane-unie – Douanewetboek van de Unie – Verordening (EU) nr. 952/2013 – Plaats waar de douaneschuld ontstaat – Belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 30 – Artikel 60 – Artikel 71, lid 1 – Belastbaar feit en verschuldigdheid van de btw bij invoer – Plaats waar de belastingschuld ontstaat – Vaststelling dat een door de douanewetgeving van de Unie opgelegde verplichting niet is nageleefd – Bepaling van de plaats van invoer van de goederen – Vervoermiddel dat in een derde land is geregistreerd en in strijd met de douanewetgeving wordt binnengebracht in de Europese Unie]

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Finanzgericht Hamburg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: R.T.

Verwerende partij: Hauptzollamt Hamburg

Dictum

De artikelen 30 en 60 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn (EU) 2018/2057 van de Raad van 20 december 2018, moeten aldus worden uitgelegd dat de plaats van invoer voor doeleinden van de belasting over de toegevoegde waarde van een in een derde land geregistreerd voertuig dat in strijd met de douanewetgeving wordt binnengebracht in de Unie, is gelegen in de lidstaat waar de persoon die de verplichtingen van de douanewetgeving niet heeft nageleefd, zijn woonplaats heeft en het voertuig daadwerkelijk gebruikt.

____________

1 PB C 382 van 20.9.2021.