Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 23 september 2004 ingesteld door Italiaanse Republiek tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-381/04)

Procestaal: Italiaans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 23 september 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Italiaanse Republiek, vertegenwoordigd door M. Fiorilli, avvocato dello Stato.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

-    nietig te verklaren het desbetreffende gedeelte van beschikking C(2004) 2762 def. van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 juli 2004, met alle rechtsgevolgen van dien, ook met betrekking tot de vergoeding van de proceskosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Opgekomen wordt tegen beschikking C(2004) 2762 def. van de Commissie van 16 juli 2004 waarbij van communautaire financiering worden uitgesloten een aantal uitgaven die Italië uit hoofde van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds - afdeling Garantie - had gedaan ten belope van 21 138 010 euro.

Die beschikking is onwettig wegens ontoereikende motivering omdat daarin alleen het standpunt van de Commissie wordt weergegeven en bij de verificatie geen kritisch onderzoek is verricht van de feitelijke gegevens die Italië heeft aangevoerd.

Ter ondersteuning van haar vorderingen stelt verzoekster:

-    de financiële korting berust op een onaanvaardbare keten van vermoedens. Het basisvermoeden, de onbetrouwbaarheid van de controles op verzoeken om bijdragen voor de veestapel, berust op het ontbreken in de jaren 1999, 2000, 2001 en 2001 van een functionerende databank voor de identificatie en de registratie van de dieren als bedoeld in verordening (EG) nr. 820/97. Sinds 1997 beschikt Italië echter over een centrale databank voor de registratie en de identificatie van dieren. Die databank, die was opgezet en werd beheerd door de vroegere AIMA, werd gebruikt voor kruiscontroles van de premieaanvragen. Vanaf 1997 werden alle betalingen voor runderen echter verricht na een systematische controle van de aanwezigheid in het register van de stuks vee waarvoor de premie werd aangevraagd, en van de vervulling van de voorwaarden om voor de premie in aanmerking te komen.

-    anders dan de Commissie aanneemt, hebben de nationale instructies voor de controles te plaatse voor de jaren 2000 en 2001 de kruiscontrole tussen de grootte van de bedrijven en de gegevens in de databanken niet belet;

-    de verificatie van de stuks vee waarvoor de premie werd aangevraagd, tijdens de twaalf maanden vóór de controle, gebeurde door gegevens die op het bedrijf waren verkregen en in het proces-verbaal waren opgenomen, te vergelijken met die van het archief van AGEA;

-    de definitie van "koe" en "vaars" in de Italiaanse regeling die werd toegepast voor de controle van de stuks vee waarvoor de premie werd aangevraagd, kwam overeen met de communautaire definitie;

-    de controle van de dieren op het bedrijf gebeurde aan de hand van de criteria genoemd in de verordeningen (EG) nrs. 3887/92 en 2419/2001;

-    de tardieve uitvaardiging van de instructies voor de controle op het beheer van de slachtpremie kan niet als een onregelmatigheid worden aangemerkt, daar het grootste aantal aanvragen in de maand oktober is ingediend en die instructies toen konden worden toegepast;

-    anders dan de Commissie stelt, was de fysieke controle en de controle van de identiteit van de dieren bij de douane niet ontoereikend;

-     het Italiaanse begrip "weide", dat relevant is voor de extensiveringpremie, houdt rekening met de bijzondere kenmerken van het Italiaanse grondgebied, en daarom is de toepassing van definities die betrekking hebben op een specifieke eigenschap van het grondgebied, gewettigd;

-    de omstreden onregelmatigheden met betrekking tot de controles ter plaatse van de dieren in de Regione Lazio houden geen rekening met de omstandigheid dat de kuddes in het wild worden gehouden, en dat de uitvoering van de voor het verlenen van de premie vereiste controles is aangetoond.

____________