Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 22 september 2004 ingesteld door Ioannis Terezakis tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-380/04)

Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 22 september 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Ioannis Terezakis, wonende te Brussel (België), vertegenwoordigd door L. Defalque, advocaat.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

─    nietig te verklaren het besluit van de Commissie, genomen in de vorm van een door verzoeker op 16 juli 2004 ontvangen brief van 12 juli 2004, waarbij hem toegang wordt geweigerd tot de hoofdovereenkomst, de toeleveringscontracten, de kosten van de bouwmaterialen, de facturen en het eindverslag betreffende de bouw van de luchthaven van Spata;

─    verweerster te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Aangaande de weigering van de Commissie om hem toegang te verlenen tot de hoofdovereenkomst stelt verzoeker allereerst een kennelijke fout in rechte en in feite, nu de Commissie niet heeft verduidelijkt of de auteur van het document, Athens International Airport, een andere derde is dan een lidstaat dan wel een instantie van de Griekse Staat, en derhalve of artikel 4, lid 4, van verordening nr. 1049/20011 of lid 5 van dat artikel van toepassing is. Verzoeker stelt ook dat de Commissie niet heeft aangetoond dat zij heeft overwogen toegang te verlenen zonder de derde te raadplegen. Door het begrip bescherming van commerciële belangen ruim uit te leggen, heeft de Commissie ook het in artikel 1, sub a, van verordening nr. 1409/2001 geformuleerde beginsel van de zo ruim mogelijke toegang tot documenten geschonden.

In verband met dat document stelt verzoeker ook dat de Commissie artikel 4, lid 4, van verordening nr. 1409/2001 en artikel 5, leden 3 en 4, van besluit 2001/9372 heeft geschonden door niet te onderzoeken of de door de derde aangevoerde reden om openbaarmaking te weigeren, gegrond was, en verzoeker die beoordeling niet bekend te maken. Hij stelt tevens dat de Commissie artikel 4, lid 6, van verordening nr. 1049/2001 heeft geschonden nu zij niet heeft onderzocht of gedeeltelijke toegang kon worden verleend, en dat de Commissie de verplichting om haar besluit te motiveren, niet is nagekomen.

Bij het bestreden besluit weigerde de Commissie ook toegang tot de facturen en het eindverslag betreffende de voltooiing van de luchthaven op grond dat deze werden onderzocht in het kader van een door het DG Regionaal beleid gelast accountantsonderzoek dat nog niet was afgerond. Met betrekking tot dit deel van het besluit van de Commissie stelt verzoeker dat de Commissie artikel 4, lid 2, van verordening nr. 1049/2001 onjuist heeft uitgelegd en een kennelijke feitelijke fout heeft gemaakt door aan te nemen dat het onderzoek in kwestie onder deze bepaling valt. Hij stelt tevens schending van het beginsel van de zo ruim mogelijke toegang en schending van bijlage V bij het besluit van de Commissie tot verlening van bijstand van het Cohesiefonds, waarin is bepaald dat de betrokken lidstaten open en gemakkelijke toegang verlenen tot relevante informatie waarom het publiek verzoekt. Hij stelt ook dat de Commissie niet heeft overwogen gedeeltelijke toegang te verlenen.

Aangaande de weigering van de Commissie om toegang te verlenen tot de kosten van de bouwmaterialen stelt verzoeker dat de Commissie ten onrechte heeft aangenomen dat zijn vraag geen verzoek om toegang tot documenten vormde en dat zij derhalve de artikelen 7 en 8 van verordening nr. 1049/2001 heeft geschonden.

Ten slotte stelt verzoeker een kennelijk gebrek aan goede trouw en schending van het beginsel van behoorlijk bestuur door de Commissie, die in het bestreden besluit niet heeft aangegeven wanneer zij verwachtte in het bezit te zijn van de toeleveringscontracten.

____________

1 - PB L 145, blz. 43.

2 - PB L 345, blz. 94.