Language of document : ECLI:EU:T:2004:353

Zaak T‑251/00 DEP

Lagardère SCA en Canal+ SA

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Begroting van kosten”

Samenvatting van de beschikking

1.      Procedure – Kosten – Begroting – Invorderbare kosten – Begrip – Kosten door partijen gemaakt in aan instelling van beroep voorafgaande fase – Daarvan uitgesloten

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 91, sub b)

2.      Procedure – Kosten – Begroting – In aanmerking te nemen factoren

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 91, sub b)

3.      Procedure – Kosten – Begroting – In aanmerking te nemen factoren – Analyse van nieuwe en belangrijke rechtsvraag

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 91, sub b)

4.      Procedure – Kosten – Begroting – In aanmerking te nemen factoren – Vragen die reeds tijdens administratieve procedure zijn gerezen – Samenwerking van verzoekers

5.      Procedure – Kosten – Begroting – Invorderbare kosten – Door partijen gemaakte noodzakelijke kosten – Kosten voor bezorging van processtukken – Voorwaarden

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 43, lid 6, art. 91, sub b, en 102, lid 2)

1.      Uit artikel 91, sub b, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht vloeit voort dat de invorderbare kosten beperkt zijn tot enerzijds de kosten die in verband met de procedure voor het Gerecht zijn gemaakt, en anderzijds de daartoe noodzakelijke kosten.

Dienaangaande moeten de door verzoeksters in rekening gebrachte kosten van de contacten die na de vaststelling van de in de hoofdzaak bestreden beschikking en vóór de instelling van het beroep met de diensten van de Commissie hebben plaatsgehad, als niet-invorderbare kosten worden aangemerkt. Met „procedure” in artikel 91 van het Reglement voor procesvoering is namelijk alleen de procedure voor het Gerecht bedoeld met uitsluiting van de eraan voorafgaande fase, ongeacht of een vergadering met de diensten van de Commissie tot doel had, een procedure voor het Gerecht te voorkomen.

(cf. punten 21‑22)

2.      Het staat niet aan de gemeenschapsrechter, de door de partijen aan hun eigen advocaten verschuldigde honoraria vast te stellen, maar hij dient te bepalen tot welk bedrag die vergoedingen kunnen worden teruggevorderd van de partij die in de kosten is verwezen. Bij de beslissing op een verzoek tot begroting van de kosten behoeft het Gerecht geen rekening te houden met een nationaal tarief van advocatenhonoraria of met een eventuele overeenkomst dienaangaande tussen de belanghebbende partij en haar gemachtigden of raadslieden.

Aangezien een tariefregeling in het gemeenschapsrecht ontbreekt, beoordeelt de gemeenschapsrechter vrijelijk de gegevens van de zaak, daarbij rekening houdend met het voorwerp en de aard van het geschil, het belang ervan vanuit het oogpunt van het gemeenschapsrecht, de moeilijkheid van de zaak, de hoeveelheid werk die de gemachtigden of de raadslieden aan de contentieuze procedure kunnen hebben gehad, en het economisch belang van het geschil voor de partijen.

(cf. punten 23‑24)

3.      Wat het voorwerp en de aard van het geschil in de hoofdzaak alsook het belang ervan vanuit het oogpunt van het gemeenschapsrecht betreft, kan de analyse van een nieuwe en belangrijke rechtsvraag, die niet werd behandeld in de administratieve procedure voor de Commissie en die verband houdt met een materie waarin de Commissie eerst in de loop van de procedure in de hoofdzaak haar nieuwe beleid heeft ontwikkeld en gepubliceerd, de inschakeling van zeer gespecialiseerde advocaten en een groot aantal arbeidsuren tegen zeer hoge tarieven rechtvaardigen, alsook de omstandigheid dat verzoeksters zich door meerdere advocaten lieten vertegenwoordigen.

(cf. punt 26)

4.      Wat de hoeveelheid werk in het kader van de hoofdzaak betreft, kan de gemeenschapsrechter er rekening mee houden dat een aantal van de door verzoeksters aangevoerde middelen reeds ter sprake waren gekomen tijdens de administratieve procedure voor de Commissie en de advocaten van deze partijen als gevolg van hun deelneming aan deze andere procedure dus noodzakelijkerwijs een grondige kennis van de aan de orde zijnde vragen hadden.

Voorts kan de gemeenschapsrechter in aanmerking nemen dat verzoeksters het beroep en de andere memories gezamenlijk hebben voorbereid en gezamenlijk en niet bij afzonderlijke akten hebben ingediend, ook al werd elke verzoekster vertegenwoordigd door eigen advocaten en was er blijkbaar geen formele overeenkomst over de taakverdeling tussen hen, en er dus van uitgaan dat door de gezamenlijke indiening van de verzoekschriften minder tijd diende te worden besteed aan de voorbereiding en de opstelling van de memories door de advocaten van elk van verzoeksters. De gemeenschapsrechter kan evenwel ook in aanmerking nemen dat verzoeksters, door samen te werken, de arbeidskosten voor de tegenpartij en ook overigens voor de gemeenschapsrechter aanzienlijk hebben verminderd.

(cf. punten 29‑30)

5.      Bij zijn beoordeling of de kosten voor bezorging van de memories en andere documenten aan het Gerecht noodzakelijk zijn, neemt het Gerecht in de eerste plaats in aanmerking dat er veilige en goedkope manieren zijn om deze documenten te bezorgen, in de tweede plaats dat artikel 102, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voorziet in een termijn wegens afstand om toezending langs conventionelere en goedkopere weg mogelijk te maken en ten slotte dat artikel 43, lid 6, van het Reglement voor de procesvoering voorziet in de mogelijkheid van toezending van memories via moderne communicatiemiddelen, namelijk telefax, mits het ondertekende origineel van het stuk uiterlijk tien dagen later ter griffie wordt neergelegd.

(cf. punt 34)