Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 24 september 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État - Frankrijk) – GC, AF, BH, ED / Commission nationale de l'informatique et des libertés (CNIL)

(Zaak C-136/17)1

(Prejudiciële verwijzing – Persoonsgegevens – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van deze gegevens die op webpagina’s staan – Richtlijn 95/46/EG – Verordening (EU) 2016/679 – Internetzoekmachines – Verwerking van op websites opgenomen gegevens – Specifieke categorieën gegevens bedoeld in artikel 8 van deze richtlijn en in de artikelen 9 en 10 van deze verordening – Toepasselijkheid van deze artikelen op de exploitant van de zoekmachine – Omvang van de verplichtingen van deze exploitant in het licht van deze artikelen – Publicatie van de gegevens op websites voor uitsluitend journalistieke of artistieke of literaire doeleinden – Invloed op de verwerking van een verzoek tot verwijdering van links uit zoekresultaten – Artikelen 7, 8 en 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Conseil d’État

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: GC, AF, BH, ED

Verwerende partij: Commission nationale de l'informatique et des libertés (CNIL)

in tegenwoordigheid van: Premier ministre, Google LLC, rechtsopvolger van Google Inc.

Dictum

De bepalingen in artikel 8, leden 1 en 5, van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens moeten aldus worden uitgelegd dat het verbod op, of de beperkingen inzake de verwerking van bijzondere categorieën persoonsgegevens als bedoeld in die bepalingen, onder voorbehoud van de in deze richtlijn bepaalde uitzonderingen, tevens van toepassing zijn op de exploitant van een zoekmachine in het kader van zijn verantwoordelijkheden, zijn bevoegdheden en zijn mogelijkheden als verantwoordelijke voor de verwerking die tijdens de activiteit van deze machine wordt verricht, bij een beoordeling die, onder toezicht van de bevoegde nationale autoriteiten, door deze exploitant wordt verricht na een door de betrokkene ingediend verzoek.

De bepalingen in artikel 8, leden 1 en 5, van richtlijn 95/46 moeten aldus worden uitgelegd dat de exploitant van een zoekmachine op grond daarvan in beginsel, onder voorbehoud van de in deze richtlijn bepaalde uitzonderingen, verplicht is een verzoek tot verwijdering van links naar webpagina’s die persoonsgegevens bevatten die onder de in deze bepalingen bedoelde bijzondere categorieën vallen, in te willigen.

Artikel 8, lid 2, onder e), van richtlijn 95/46 moet aldus worden uitgelegd dat een dergelijke exploitant ingevolge die bepaling kan weigeren verzoeken tot verwijdering van een link in te willigen wanneer hij vaststelt dat de betrokken link leidt naar content die persoonsgegevens bevat die onder de in dit artikel 8, lid 1, bedoelde bijzondere categorieën vallen, maar waarvan de verwerking is gedekt door de uitzondering van artikel 8, lid 2, onder e), mits deze verwerking voldoet aan alle andere rechtmatigheidsvoorwaarden uit deze richtlijn en tenzij de betrokkene krachtens artikel 14, eerste alinea, onder a), van deze richtlijn het recht heeft zich tegen deze verwerking te verzetten om zwaarwegende en gerechtvaardigde redenen die verband houden met zijn bijzondere situatie.

De bepalingen in richtlijn 95/46 moeten aldus worden uitgelegd dat de exploitant van een zoekmachine na de ontvangst van een verzoek tot verwijdering van een link naar een webpagina waarop persoonsgegevens die onder de in artikel 8, lid 1 of 5, van deze richtlijn bedoelde bijzondere categorieën vallen zijn gepubliceerd, op basis van alle relevante elementen van het geval en gelet op de ernst van de inbreuk op de in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie verankerde grondrechten van de betrokkene op eerbiediging van het privéleven en op bescherming van persoonsgegevens, om de redenen van algemeen zwaarwegend belang als bedoeld in artikel 8, lid 4, van deze richtlijn en onder eerbiediging van de in deze bepalingen bedoelde voorwaarden, moet nagaan of de opname van deze link in de resultatenlijst die wordt weergegeven na een zoekopdracht op de naam van deze persoon strikt noodzakelijk blijkt ter bescherming van het in artikel 11 van dat Handvest verankerde recht op vrijheid van informatie van de internetgebruikers die mogelijk geïnteresseerd zijn in toegang tot deze webpagina via een dergelijke zoekopdracht.

De bepalingen van richtlijn 95/46 moeten aldus worden uitgelegd dat

–    ten eerste, de informatie inzake een gerechtelijke procedure die tegen een natuurlijke persoon is gevoerd en, in het voorkomende geval, de informatie inzake de hieruit voortgevloeide veroordeling, gegevens vormen inzake „overtredingen” en „strafrechtelijke veroordelingen” in de zin van artikel 8, lid 5, van richtlijn 95/46, en

–    ten tweede, de exploitant van een zoekmachine verplicht is tot inwilliging van het verzoek tot verwijdering van links naar webpagina’s waarop dergelijke informatie is vermeld, wanneer deze informatie betrekking heeft op een voorgaande fase van de gerechtelijke procedure en, gelet op het verloop ervan, niet langer overeenkomt met de actuele situatie, voor zover in het kader van de toetsing van de redenen van zwaarwegend algemeen belang als bedoeld in artikel 8, lid 4, van die richtlijn is vastgesteld dat, gelet op alle omstandigheden van het geval, de door de artikelen 7 en 8 van het Handvest gewaarborgde grondrechten van de betrokkene prevaleren boven de door artikel 11 van het Handvest beschermde rechten van mogelijk geïnteresseerde internetgebruikers.

____________

1 PB C 168 van 29.5.2017.