Language of document : ECLI:EU:T:2012:350





Beschikking van het Gerecht (Zesde kamer) van 9 juli 2012 — Pigui/Commissie

(Zaak T‑382/11)

„Beroep wegens nalaten — Standpuntbepaling — Verzoek om bevel — Kennelijke niet-ontvankelijkheid”

1.                     Beroep wegens nalaten — Opheffing van nalaten vóór instelling van beroep — Niet-ontvankelijkheid — Standpuntbepaling die verzoeker geen genoegdoening geeft — Geen invloed (Art. 265 VWEU) (cf. punt 17)

2.                     Onderwijs, beroepsopleiding, jeugd en sport — Actieprogramma op gebied van leven lang leren — Subprogramma Jean Monnet — Toekenning van exploitatiesubsidies aan aangeduide organisaties — Verplichting van Commissie om te waken over bescherming van financiële belangen van Unie — Omvang — Grenzen (Besluit nr. 1720/2006 van Europees Parlement en Raad, art. 4, 6, leden 1 en 3, en 15, lid 1, en bijlage, punt 14, zesde en zevende alinea) (cf. punten 21‑24)

3.                     Beroep wegens nalaten — Bevoegdheid van Unierechter — Bevel gericht tot instelling — Ontoelaatbaarheid (Art. 265 VWEU) (cf. punt 29)

Voorwerp

Beroep wegens nalaten strekkende tot vaststelling dat de Europese Commissie onrechtmatig heeft verzuimd een standpunt in te nemen over verzoeksters verzoek om, in de eerste plaats, overeenkomstig de artikelen 4 en 15 van besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (PB L 327, blz. 45), met bekwame spoed een onderzoek in te stellen naar de online master die wordt georganiseerd door de European Online Academy (EOA) van het Internationaal Centrum voor Europese Vorming (CIFE), in samenwerking met de Jean Monnet-leerstoel van de universiteit van Keulen (Duitsland), en alle in artikel 6 van het bovengenoemde besluit bedoelde maatregelen te nemen teneinde te verhinderen dat de begane onregelmatigheden zich opnieuw voordien, in de tweede plaats, de ab initio toestand van de benadeelden van die onregelmatigheden of minstens die van verzoekster te herstellen en, tot slot, de financiering van de betrokken master te beëindigen in het geval deze fundamentele beginselen inzake mensenrechten waarnaar artikel 1, lid 3, sub i, van dat besluit verwijst en de relevante beginselen van het Unierecht schendt

Dictum

1)

Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

2)

C. Pigui wordt verwezen in de kosten.