Language of document :

Beroep ingesteld op 22 oktober 2009 - centrotherm Clean Solutions / BHIM - Centrotherm Systemtechnik (CENTROTHERM)

(Zaak T-427/09)

Taal van het verzoekschrift: Duits

Partijen

Verzoekende partij: centrotherm Clean Solutions GmbH & Co. KG (Blaubeuren, Duitsland) (vertegenwoordiger: O. Löffel, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Centrotherm Systemtechnik GmbH (Brilon, Duitsland)

Conclusies

vernietiging van de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM van 25 augustus 2009 in zaak R 6/2008-4, voor zover de vordering tot vervallenverklaring voor de volgende waren is afgewezen:

klasse 11 - leidingen voor uitlaatgassen van verwarmingsapparaten, rookafzuiging voor schoorstenen, buizen voor verwarmingsketels; aanzetstukken voor gasbranders, mechanische onderdelen van verwarmingsapparaten, mechanische onderdelen van gasbranders; kranen voor pijpleidingen, schoorsteenschuiven;

klasse 17 - verbindingsstukken voor buizen, verbindingsmoffen, leidinguitrustingen, slangen, alle hiervoor vermelde waren niet van metaal;

klasse 19 - buizen, pijpleidingen, in het bijzonder voor de bouw; zijbuizen; schoorsteenbuizen;

verwijzing van het BHIM in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: woordmerk "CENTROTHERM" voor waren en diensten van de klassen 11, 17, 19 en 42 (gemeenschapsmerk nr. 1 301 019)

Houder van het gemeenschapsmerk: Centrotherm Systemtechnik GmbH

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: verzoekster

Beslissing van de nietigheidsafdeling: vervallenverklaring van het gemeenschapsmerk

Beslissing van de kamer van beroep: gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van de nietigheidsafdeling en gedeeltelijke vervallenverklaring van het gemeenschapsmerk

Aangevoerde middelen: schending van artikel 51, lid 1, sub a, van verordening (EG) nr. 207/20091 juncto regel 40, lid 5, en regel 22, leden 2 en 3, van verordening (EG) nr. 2868/952, voor zover de door de merkhoudster aangevoerde bewijsmiddelen inzake het gebruik voldoende zijn geacht om een normaal gebruik van het aan de orde zijnde merk in de zin van artikel 15 van verordening nr. 207/2009 te staven.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 78, blz. 1).

2 - Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie van 13 december 1995 tot uitvoering van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het gemeenschapsmerk (PB L 303, blz. 1).