Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberverwaltungsgericht Berlin-Brandenburg (Duitsland) op 19 mei 2006 - Mehmet Soysal, Cengiz Salkim, Ibrahim Savatli / Bondsrepubliek Duitsland, in het geding geroepen partij: Bundesagentur für Arbeit

(Zaak C-228/06)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberverwaltungsgericht Berlin-Brandenburg (Duitsland)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekers: Mehmet Soysal, Cengiz Salkim, Ibrahim Savatli

Verweerder: Bondsrepubliek Duitsland

In het geding geroepen partij: Bundesagentur für Arbeit

Prejudiciële vragen

    1)    Moet artikel 41, lid 1, van het aanvullend protocol van 23 november 1970(1) bij de overeenkomst waarbij een associatie tot stand is gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije, aldus worden uitgelegd, dat er sprake is van een beperking van het vrij verrichten van diensten, wanneer een Turks onderdaan, die voor een Turkse onderneming internationaal vervoer verricht met een in Duitsland geregistreerde vrachtwagen, voor de toegang tot het Duitse grondgebied krachtens §§ 4, lid 1, en 6, van het Aufenthaltsgesetz (Duitse verblijfswet) van 30 juli 2004 en artikel 1, lid 1, van verordening (EG) nr. 539/2001(2) in het bezit van een Schengenvisum dient te zijn, terwijl hij ten tijde van de inwerkingtreding van het aanvullend protocol de Bondsrepubliek Duitsland zonder visum kon binnenkomen?

    2)    Bij een bevestigend antwoord op de eerste vraag: moet artikel 41, lid 1, van het aanvullend protocol aldus worden uitgelegd, dat de in de eerste vraag bedoelde Turkse onderdanen voor de toegang tot het Duitse grondgebied geen visum nodig hebben?

____________

1 - () PB L 293, blz. 4.

2 - () PB L 81, blz. 1.