Language of document : ECLI:EU:T:2010:88





Beschikking van de president van het Gerecht van 15 maart 2010 – GL2006 Europe/Commissie en OLAF

(Zaak T‑435/09 R)

„Kort geding – Communautaire kaderprogramma's voor technologisch onderzoek en technologische ontwikkeling – Arbitragebeding – Terugvorderingsopdracht – Debetnota – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Financiële schade – Geen uitzonderlijke omstandigheden – Geen spoedeisendheid”

1.                     Procedure – Inleidend verzoekschrift – Kort geding – Aanduiding van verwerende partij (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1) (cf. punten 16‑17)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Volgorde van onderzoek en wijze van toetsing – Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 256, lid 1, VWEU, 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 27‑29)

3.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade – Situatie waarin voortbestaan van verzoekende vennootschap in gevaar komt – Bewijslast (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 31‑33)

4.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade – Situatie waarin voortbestaan van verzoekende vennootschap in gevaar komt – Beoordeling met inachtneming van situatie van groep waartoe zij behoort – Toepassing op natuurlijke persoon die zeggenschap over deze vennootschap heeft (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 35‑37)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van de in een brief van 10 juli 2009 vervatte beschikking van de Commissie, waarbij zij de deelname van verzoekster aan twee communautaire programma's heeft beëindigd, en van de debetnota’s van 7 augustus 2009, waarbij zij de bedragen heeft teruggevorderd die waren betaald in het kader van de communautaire projecten waaraan verzoekster had deelgenomen

Dictum

1)

De Europese Commissie wordt als enige verwerende partij beschouwd.

2)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

3)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.