Beroep ingesteld op 8 december 2023 – Mndoiants/Raad

(Zaak T-1149/23)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Sergueï Mndoiants (Moskou, Rusland) (vertegenwoordigers: F. Bélot en P. Tkhor, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

besluit (GBVB) 2023/1767 van de Raad van 13 september 2023 nietig te verklaren voor zover de naam van verzoeker daarbij opgenomen blijft op de lijst in de bijlage bij besluit (GBVB) 2014/145 van de Raad van 17 maart 2014;

uitvoeringsverordening (EU) 2023/1765 van de Raad van 13 september 2023 nietig te verklaren voor zover de naam van verzoeker daarbij opgenomen blijft op de lijst in bijlage I bij verordening (EU) nr. 2014/269 van de Raad van 17 maart 2014;

subsidiair, het criterium voor plaatsing op een lijst van artikel 2, lid 1, punt g), van besluit (GBVB) 2014/145 en van artikel 3, lid 1, punt g), van verordening (EU) nr. 269/2014, zoals respectievelijk gewijzigd bij besluit (GBVB) 2023/1094 en verordening (EU) 2023/1089 van de Raad van 5 juni 2023, niet-toepasselijk te verklaren op verzoeker wegens de onwettigheid ervan;

de Raad te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vijf middelen aan.

Eerste middel: schending van het recht op effectieve rechterlijke bescherming, niet-nakoming van de motiveringsplicht en van de plicht om het besluit te toetsen, en schending van het recht om te worden gehoord. Verzoeker betoogt dat omdat de door de Raad meegedeelde gegevens van gering belang zijn, zij niet kunnen rechtvaardigen dat de sancties jegens hem worden behouden. De Raad houdt bovendien nog steeds geen rekening met de door verzoeker meegedeelde gegevens en opmerkingen, zodat hij zijn verplichting tot heroverweging en herevaluatie niet is nagekomen en verzoekers recht om te worden gehoord heeft geschonden.

Tweede middel: beoordelingsfout. De door de Raad aangevoerde gegevens om verzoeker te blijven opnemen op de lijst volstaan niet en laten geenszins toe vast te stellen dat verzoeker een vooraanstaand zakenman is die actief is in Rusland of betrokken is bij economische sectoren die een aanzienlijke bron van inkomsten vormen voor de regering van de Russische Federatie.

Derde middel: schending van de beginselen van evenredigheid en gelijke behandeling. Verzoeker stelt dat de beperkende maatregelen die hem zijn opgelegd discriminerend zijn en onevenredig zijn aan de door die maatregelen nagestreefde doelstellingen.

Vierde middel: schending van de individuele grondrechten, waaronder het eigendomsrecht en het recht op eerbiediging van het privéleven, het familie- en gezinsleven, de woning en de communicatie. Door verzoeker op te nemen op de lijst heeft de Raad in strijd met het evenredigheidsbeginsel gehandeld. Om die reden kunnen deze inmengingen niet als rechtmatig worden beschouwd in de zin van artikel 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Subsidiair, vijfde middel: niet-toepasselijkheid van artikel 2, lid 1, punt g), van besluit (GBVB) 2014/145 en van artikel 3, lid 1, punt g) van verordening (EU) nr. 269/2014 wegens de onwettigheid ervan. Het nieuwe criterium g) is strijdig met de rechten van de verdediging waarin het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie voorziet, is niet gegrond op een voldoende solide feitelijke grondslag en is strijdig met de beginselen van rechtszekerheid, gelijke behandeling en verbod van willekeur. Om die reden moet het nieuwe criterium g), wegens de onwettigheid ervan, niet van toepassing op verzoeker worden verklaard.

____________