Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Okresní soud v Teplicích (Tsjechië) op 20 november 2023 – Innogy Energie, s.r.o. / QS

(Zaak C-749/23, Innogy Energie)

Procestaal: Tsjechisch

Verwijzende rechter

Okresní soud v Teplicích

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Innogy Energie, s.r.o.

Verwerende partij: QS

Prejudiciële vragen

Staan de aard en het doel van richtlijn 93/13/EEG1 van de Raad eraan in de weg dat artikel 3 van deze richtlijn, gelezen in samenhang met punt 1, onder e), van de bijlage betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten bij die richtlijn, gelezen in samenhang met artikel 5 van deze richtlijn betreffende het duidelijk en begrijpelijk opstellen van de bedingen, alsook het doeltreffendheidsbeginsel uit artikel 7, aldus worden uitgelegd dat de contractuele boete die in een toetredingsovereenkomst is opgenomen in het deel „overige bepalingen” op bladzijde 1/2 (eerste bladzijde van de overeenkomst), hoewel (in tegenstelling tot de gangbare praktijk op het gebied van consumentenovereenkomsten) die „eerste” bladzijde geen identificatiegegevens van de partijen bevat, hier inhoudelijk niets is ingevuld en de contractuele boete is opgenomen in het deel „overige bepalingen”, die niet overkomen als wezenlijke bepalingen, wordt beschouwd als een correct onderdeel van een schriftelijke overeenkomst tussen een consument en een leverancier, aangezien van de consument kan worden verlangd dat hij die bladzijde van de overeenkomst naar behoren leest, terwijl de tweede bladzijde van de overeenkomst (2/2), die daadwerkelijk is ingevuld en ondertekend, voldoende informatie bevat om aan te geven dat het de tweede bladzijde van de overeenkomst is, juist omdat zij als 2/2 is aangeduid?

Staan de aard en het doel van richtlijn 93/13/EEG van de Raad eraan in de weg dat artikel 3 van deze richtlijn, gelezen in samenhang met punt 1, onder e), van de bijlage bij die richtlijn en/of artikel 12, lid 3, van richtlijn (EU) 2019/9441 aldus worden uitgelegd dat, wanneer een leverancier een overeenkomst van bepaalde duur tegen vaste prijs voor de levering van energie beëindigt wegens niet-nakoming van de verbintenissen door de consument, de omvang van het daadwerkelijke rechtstreekse economische verlies dat de leverancier lijdt als gevolg van de vervroegde beëindiging van de overeenkomst met de consument niet van belang is?

____________

1 Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB 1993, L 95, blz. 29).

1 Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (PB 2019, L 158, blz. 125).