Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de lo Social nº 3 de Pamplona (Spanje) op 6 oktober 2023 – UV / Instituto Nacional de la Seguridad Social (INSS)

(Zaak C-623/23, Melbán1 )

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Juzgado de lo Social nº 3 de Pamplona

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: UV

Verwerende partij: Instituto Nacional de la Seguridad Social (INSS)

Andere partijen: OP en Ministerio Fiscal

Prejudiciële vragen

1)    Moet richtlijn 79/7/EEG van de Raad van 19 december 1978 betreffende de geleidelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid1 aldus worden uitgelegd dat het in de artikelen 1 en 4 van die richtlijn vervatte beginsel van gelijke behandeling, dat iedere vorm van discriminatie op grond van geslacht uitsluit, in de weg staat aan een nationale regeling als die welke is neergelegd in artikel 60 van de Ley General de Seguridad Social (LGSS, algemene wet inzake sociale zekerheid), waarbij – onder het opschrift „Toeslag op premie- of bijdragebetaling berustende pensioenen en uitkeringen met het oog op het verkleinen van de genderkloof” – vrouwen die biologische of geadopteerde kinderen hebben en die een dergelijk pensioen of een dergelijke uitkering ontvangen, recht hebben op een toeslag op het op premie- of bijdragebetaling berustende ouderdomspensioen en de op premie- of bijdragebetaling berustende uitkering wegens blijvende arbeidsongeschiktheid, zonder enige andere voorwaarde en ongeacht het bedrag van hun pensioen of uitkering, maar dat recht niet onder dezelfde voorwaarden wordt verleend aan mannen die zich in dezelfde situatie bevinden, aangezien er om de toeslag op hun ouderdomspensioen of uitkering wegens blijvende arbeidsongeschiktheid te verkrijgen bepaalde tijdvakken van bijdrageonderbreking of lagere bijdragen na de geboorte of de adoptie van de kinderen vereist zijn, en specifiek, in het geval van kinderen die vóór of op 31 december 1994 zijn geboren of geadopteerd, een tijdvak van bijdrageonderbreking van meer dan 120 dagen tussen de negen maanden voorafgaand aan de geboorte en de drie jaar volgend op die datum of in geval van adoptie tussen de datum van de gerechtelijke beslissing tot vaststelling van de adoptie en de drie jaar volgend op die datum, waarbij de aanvullende voorwaarde geldt dat de som van de uit hoofde van het pensioen of de uitkering aan hen toegekende bedragen lager is dan de som van de bedragen waarop een vrouw uit hoofde van het pensioen of de uitkering recht heeft, en in het geval van kinderen die op of na 1 januari 1995 zijn geboren of geadopteerd, dat de som van de bijdragegrondslagen voor de 24 maanden volgend op de geboortemaand of op de maand van de gerechtelijke beslissing tot vaststelling van de adoptie meer dan 15 % lager is dan die voor de 24 maanden onmiddellijk daaraan voorafgaand, mits de som van de aan hen toegekende pensioenen of uitkeringen lager is dan de som van de pensioen- of uitkeringsbedragen waarop een vrouw recht heeft?

2)    Vereist richtlijn 79/7/EEG van de Raad van 19 december 1978 betreffende de geleidelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid, gelet op de discriminatie die voortvloeit uit de uitsluiting van mannelijke pensioengerechtigden, dat mannelijke pensioengerechtigden de toeslag op het ouderdomspensioen ontvangen, ook al kan de toeslag volgens artikel 60 LGSS aan slechts één van de ouders worden toegekend, en is het tevens zo dat de toekenning van de toeslag aan mannelijke pensioengerechtigden er als uitvloeisel van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de omstandigheid dat de nationale regeling niet in overeenstemming is met de richtlijn, niet toe mag leiden dat de toeslag op het ouderdomspensioen voor vrouwelijke pensioengerechtigden wordt ingetrokken wanneer zij voldoen aan de wettelijke voorwaarde dat zij moeder van een of meer kinderen zijn?

____________

1 Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.

1 PB 1979, L 6, blz. 24.