Beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 10 september 2014 – Zentralverband des Deutschen Bäckerhandwerks/Commissie
(Zaak T‑354/13)
„Beroep tot nietigverklaring – Beschermde geografische aanduiding ‚Kołocz śląskiʼ of ‚Kołacz śląski’ – Afwijzing van de aanvraag tot nietigverklaring van de registratie – Niet voor beroep vatbare handeling – Niet-ontvankelijkheid”
1. Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Voorbereidende handelingen – Daarvan uitgesloten (Art. 263 VWEU) (cf. punten 25, 26)
2. Gerechtelijke procedure – Besluit waarbij in de loop van het geding een inmiddels ingetrokken bestreden besluit wordt vervangen – Toelaatbaarheid van nieuwe vorderingen – Grenzen – Nog niet vastgestelde hypothetische handelingen (cf. punt 32)
3. Gerechtelijke procedure – Ontvankelijkheid van de beroepen – Beoordeling naar de situatie op het tijdstip waarop het verzoekschrift is ingediend – Besluit waarbij in de loop van het geding het bestreden besluit wordt vervangen – Aanpassing van de aanvankelijke conclusies en middelen – Geen invloed op de beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep (cf. punten 34‑36)
Voorwerp
| Verzoek tot nietigverklaring van het vermeende besluit van de Commissie dat is vervat in de brief van 8 april 2013 van de directeur-generaal van het directoraat-generaal „Landbouw en plattelandsontwikkeling” van de Commissie, volgens hetwelk verzoekers aanvraag tot nietigverklaring van de registratie van de beschermde geografische aanduiding „Kołocz śląski” of „Kołacz śląski” niet-ontvankelijk was |
Dictum
1) | | Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard. |
2) | | Zentralverband des Deutschen Bäckerhandwerks eV wordt verwezen in de kosten. |