Language of document :

Beroep ingesteld op 7 juli 2011 - Gollnisch/Parlement

(Zaak T-346/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Bruno Gollnisch (Limonest, Frankrijk) (vertegenwoordiger: G. Dubois, advocaat)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het besluit van het Europees Parlement om verzoekers parlementaire immuniteit op te heffen, genomen op 10 mei 2011 en houdende vaststelling van rapport nr. A7-0155/2011, nietig te verklaren;

Gollnisch het bedrag van 8 000 EUR toe te kennen ter vergoeding van zijn immateriële schade;

Gollnisch het bedrag van 4 000 EUR toe te kennen voor de kosten van zijn raadsman en de voorbereiding van het onderhavige beroep.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep strekt tot, enerzijds, nietigverklaring van het besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2011 houdende vaststelling van het rapport van de commissie juridische zaken (A7-0155/2011) en tot afwijzing van het verzoek om bescherming van de immuniteit en de voorrechten van Bruno Gollnisch [2010/2248(IMM)] alsmede, anderzijds, vergoeding van de immateriële schade die verzoeker als gevolg van de vaststelling van het bestreden besluit zou hebben geleden.

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zeven middelen aan.

Eerste middel, ontleend aan schending van artikel 9 van het protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie van 8 april 1965.

Tweede middel, ontleend aan de noodzakelijk toepassing in het onderhavige geval van artikel 9 van het protocol.

Derde middel, ontleend aan schending van de vaste rechtspraak van de commissie juridische zaken van het Europees Parlement.

Vierde middel, ontleend aan schending van het unierechtelijke rechtszekerheidsbeginsel en van het gewettigd vertrouwen.

Vijfde middel, ontleend aan inbreuk op de onafhankelijkheid van het parlementslid.

Zesde middel, ontleend aan schending van de bepalingen van de verordening van het Europees Parlement betreffende de procedure die tot ontzetting van een lid kan leiden.

Zevende middel, ontleend aan schending van het beginsel van hoor en wederhoor en van verzoekers rechten van verdediging.

____________