Mededeling in het PB

 

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 8 januari 2003 in de gevoegde zaken T-94/01, T-152/01 en T-286/01: Astrid Hirsch en anderen tegen Europese Centrale Bank¹

(Ambtenaren ( Personeelsleden van Europese Centrale Bank ( Artikel 19 van arbeidsvoorwaarden ( Toelage voor schoolgaande kinderen ( Weigering deze toe te kennen aan personeelsleden die geen ontheemdingstoelage als bedoeld in artikel 17 van arbeidsvoorwaarden ontvangen ( Non-discriminatiebeginsel)

    (Procestaal: Duits en Engels)

In de gevoegde zaken T-94/01, T-152/01 en T-286/01, Astrid Hirsch, personeelslid van de Europese Centrale Bank, wonende te Eppstein-Niederjosbach (Duitsland), vertegenwoordigd door G. Vandersanden en L. Levi, advocaten, Emanuele Nicastro, personeelslid van de Europese Centrale Bank, wonende te Frankfurt-am-Main (Duitsland), vertegenwoordigd door N. Pflüger, R. Steiner en S. Mittländer, advocaten, en Johannes Priesemann, personeelslid van de Europese Centrale Bank, wonende te Frankfurt-am Main, vertegenwoordigd door N. Pflüger, advocaat, tegen Europese Centrale Bank (gemachtigden: V. Saintot, T. Gilliams en B. Wägenbaur), betreffende een beroep tot nietigverklaring van, in zaak T-94/01, het besluit van de Europese Centrale Bank van 25 september 2000 houdende weigering om verzoekster een schooltoelage toe te kennen voor haar zoon die een internationale school te Frankfurt bezoekt, in zaak T-152/01, het besluit van de Europese Centrale Bank van 15 februari 2001 houdende weigering om verzoeker een schooltoelage toe te kennen voor zijn twee zonen, en in zaak T-286/01, het besluit van de Europese Centrale Bank van 6 juni 2001 houdende weigering om verzoeker een schooltoelage toe te kennen voor zijn kinderen, heeft het Gerecht (Derde kamer), samengesteld als volgt: K. Lenaerts, president, J. Azizi en M. Jaeger, rechters; griffier: D. Christensen, administrateur, op 8 januari 2003 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)Voegt de zaken T-94/01, T-152/01 en T-286/01 voor het arrest.

2)In zaak T-94/01:

( verklaart het besluit van de Europese Centrale Bank van 25 september 2000 nietig;

( verwerpt het beroep voor het overige;

( verwijst de Europese Centrale Bank in de kosten.

3)In zaak T-152/01:

( verklaart het besluit van de Europese Centrale Bank van 15 februari 2001 nietig;

( verwerpt het beroep voor het overige;

( verwijst de Europese Centrale Bank in de kosten.

4)In zaak T-286/01:

( verklaart het besluit van de Europese Centrale Bank van 6 juni 2001 nietig;

( verwerpt het beroep voor het overige;

( verwijst de Europese Centrale Bank in de kosten.

C

____________

¹ - PB C 186 van 30.6.2001, C 275 van 29.9.2001 en C 31 van 2.2.2002