Language of document : ECLI:EU:T:2007:155

Zaak T‑289/01

Der Grüne Punkt – Duales System Deutschland GmbH

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Mededinging – Mededingingsregelingen – Systeem voor inzameling en verwerking van in Duitsland in handel gebrachte verpakkingen met logo Der Grüne Punkt – Ontheffingsbeschikking – Door Commissie opgelegde verplichtingen ter verzekering van mededinging – Door exploitant van systeem verleende exclusiviteit voor afvalverwijderingsbedrijven waarvan gebruik wordt gemaakt – Beperking van mededinging – Noodzaak om concurrenten toegang te verlenen tot door exploitant van systeem gebruikte inzamelingsinstallaties – Door exploitant van systeem aangegane verbintenissen”

Samenvatting van het arrest

1.      Mededinging – Mededingingsregelingen – Verbod – Ontheffing – Tijdens administratieve procedure voorgestelde verbintenis

(Art. 81 EG)

2.      Mededinging – Mededingingsregelingen – Verbod – Ontheffing – Voorwaarden

3.      Mededinging – Mededingingsregelingen – Verbod – Ontheffing – Voorwaarden

(Art. 81, leden 1 en 3, EG; verordening nr. 17 van de Raad, art. 8, lid 1)

4.      Mededinging – Gemeenschapsregels – Toepassing door nationale rechterlijke instanties

(Art. 81, lid 1, EG)

5.      Mededinging – Ondernemingen belast met beheer van diensten van algemeen economisch belang

(Art. 86, lid 2, EG)

1.      Een verbintenis die tijdens de administratieve procedure door een onderneming is voorgesteld als antwoord op de bedenkingen die de Commissie in dat kader heeft geopperd, heeft tot gevolg dat de inhoud van overeenkomsten die zijn aangemeld ter verkrijging van een negatieve verklaring of een ontheffing uit hoofde van artikel 81 EG, nader wordt bepaald door aan de Commissie aan te geven welke gedragslijn deze onderneming in de toekomst zal gaan volgen. Bijgevolg mag de Commissie haar beschikking vaststellen onder inaanmerkingneming van deze verbintenis en staat het niet aan het Gerecht om de rechtmatigheid daarvan te onderzoeken op basis van een aspect waarvan de onderneming tijdens de administratieve procedure afstand heeft gedaan.

(cf. punten 87‑89)

2.      In een geval waarin installaties die eigendom zijn van de contractpartners van de onderneming waarvan het grootste gedeelte van de vraag afkomstig is, een knelpunt vormen voor haar concurrenten, kan de Commissie die onderneming, als voorwaarde voor een negatieve verklaring of een ontheffing uit hoofde van artikel 81 EG, de verplichting opleggen dat zij toelaat dat haar concurrenten medegebruik mogen maken van die installaties, omdat hun anders elke serieuze mogelijkheid wordt ontnomen om tot de betrokken markt toe te treden en om zich op die markt te handhaven.

(cf. punten 107, 112-113)

3.      Artikel 8, lid 1, van verordening nr. 17 bepaalt dat ontheffingsbeschikkingen voorwaarden en verplichtingen kunnen inhouden, zonder nader te bepalen onder welke voorwaarden de Commissie voor de ene of de andere mogelijkheid moet kiezen. Aangezien artikel 81, lid 3, EG ten behoeve van de ondernemingen bovendien een uitzondering vormt op het algemene verbod van artikel 81, lid 1, EG, moet de Commissie ten aanzien van de voorschriften die zij aan een ontheffing verbindt, een ruime beoordelingsbevoegdheid hebben, mits zij de grenzen in acht neemt die artikel 81 EG aan haar bevoegdheid stelt.

Dat de Commissie er in bepaalde gevallen de voorkeur aan heeft gegeven voorwaarden in plaats van verplichtingen op te leggen, kan als zodanig niet volstaan om de bij verordening nr. 17 geboden mogelijkheid om aan een ontheffingsbeschikking verplichtingen in plaats van voorwaarden te verbinden, in twijfel te trekken.

(cf. punten 153‑154)

4.      Wanneer de nationale rechterlijke instanties zich uitspreken over overeenkomsten of gedragingen waarover de Commissie, handelend in het kader van de bevoegdheden die haar zijn verleend om de communautaire mededingingsregels te doen naleven, reeds een beschikking heeft gegeven, mogen zij geen beslissingen nemen die tegen die beschikking indruisen, ook al is zij in tegenspraak met de beslissing van een nationale rechterlijke instantie in eerste aanleg.

(cf. punt 197)

5.      Gesteld al dat een onderneming die een systeem voor inzameling en verwerking van verkoopverpakkingen beheert, is belast met een dienst van algemeen economisch belang in de zin van artikel 86, lid 2, EG, dan nog kan op basis van het feit dat de Commissie haar de verplichting heeft opgelegd om de afvalverwijderingsbedrijven niet te beletten om met de concurrenten van die onderneming overeenkomsten inzake het medegebruik van containers en andere installaties voor het inzamelen en sorteren van verpakkingen te sluiten en na te komen, geenszins worden aangetoond dat de uitvoering van de aan het systeem opgedrongen dienst van terugname en verwerking, onder economisch aanvaardbare voorwaarden, in het gedrang komt.

(cf. punten 207‑208)