Language of document : ECLI:EU:T:2014:1039





Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 9 december 2014 –
Leali en Acciaierie e Ferriere Leali Luigi/Commissie

(Zaken T‑489/09, T‑490/09 en T‑56/10)

„Mededinging – Mededingingsregelingen – Markt van betonstaal in staven of rollen – Beschikking houdende vaststelling, op grond van verordening (EG) nr. 1/2003, van een inbreuk op artikel 65 KS na expiratie van het EGKS-Verdrag – Vaststelling van de prijzen en betalingstermijnen – Beperking of beheersing van de productie of de afzet – Schending van wezenlijke vormvoorschriften – Rechtsgrondslag – Bevoegdheidsoverschrijding en misbruik van bevoegdheid – Geldboeten – Duur van inbreuk – Evenredigheid – Verjaring – Beroep tot nietigverklaring – Wijzigingsbesluit – Niet-ontvankelijkheid”

1.                     Gerechtelijke procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in de loop van het geding – Uitwerking van een vroeger aangevoerd middel – Ontvankelijkheid (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, en 48, lid 2) (cf. punten 62, 63)

2.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beschikking tot toepassing van de mededingingsregels waarvan zonder de bijlagen kennisgeving is gedaan – Context die de betrokkene bekend is, zodat hij de strekking van de hem betreffende maatregel kan begrijpen – Geen niet-nakoming van de motiveringsplicht (Art. 15 KS en 36 KS) (cf. punten 66‑71, 92)

3.                     Commissie – Collegialiteitsbeginsel – Draagwijdte – Beschikking tot toepassing van de mededingingsregels waarvan zonder de bijlagen kennisgeving is gedaan – Schending van het collegialiteitsbeginsel – Geen – Elementen die rechtens genoegzaam zijn uiteengezet in het corpus van de beschikking (Art. 219 EG) (cf. punten 94, 95)

4.                     Handelingen van de instellingen – Keuze van de rechtsgrondslag – Regelgeving van de Unie – Vereisten van duidelijkheid en voorzienbaarheid – Expliciete vermelding van de rechtsgrondslag – Beschikking van de Commissie waarbij na afloop van het EGKS-Verdrag een inbreuk op artikel 65 KS wordt vastgesteld en de betrokken onderneming wordt bestraft – Rechtsgrondslag gevormd door de artikelen 7, lid 1, en 23, lid 2, van verordening nr. 1/2003 (Art. 65, lid 1, KS; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 7, lid 1, en 23, lid 2) (cf. punten 105, 109)

5.                     Mededingingsregelingen – Mededingingsregelingen die ratione materiae en ratione temporis aan het rechtsstelsel van het EGKS-Verdrag zijn onderworpen – Aflopen van het EGKS-Verdrag – Voortzetting van het stelsel van vrije mededinging onder het EG-Verdrag – Handhaving van toezicht door de Commissie op grond van verordening nr. 1/2003 (Art. 65, lid 1, KS; verordening nr. 1/2003 van de Raad) (cf. punten 110‑125)

6.                     Handelingen van de instellingen – Toepassing ratione temporis – Procedureregels – Regels van materieel recht – Onderscheid – Aflopen van het EGKS-Verdrag – Beschikking tot toepassing van de mededingingsregels die na afloop daarvan is gegeven en feiten van daarvóór betreft –Rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel – Rechtssituaties die zijn verworven voor het aflopen van het EGKS-Verdrag – Onderworpenheid aan de rechtsregeling van het EGKS-Verdrag (Art. 65, lid 1, KS; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 49, lid 1) (cf. punten 127, 128, 130‑132)

7.                     Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Toerekening – Onderneming – Begrip – Economische eenheid (Art. 65, lid 1, KS) (cf. punten 141‑144)

8.                     Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Toerekening – Rechtspersoon die de onderneming exploiteerde ten tijde van de inbreuk – Uitzonderingen – Overdracht van de activiteit van een vennootschap die niet ophoudt te bestaan, op een andere vennootschap van dezelfde groep – Toerekening aan de rechtspersoon die de exploitatie voortzet – Voorwaarden (Art. 65, lid 1, KS) (cf. punten 145‑150)

9.                     Mededingingsregelingen – Overeenkomsten tussen ondernemingen – Aantasting van de mededinging in de zin van artikel 65 KS – Beoordelingscriteria – Mededingingsbeperkend doel – Vaststelling toereikend (Art. 65, lid 1, KS) (cf. punten 159, 160, 171, 220)

10.                     Mededingingsregelingen – Complexe inbreuk met de kenmerken van een overeenkomst en de kenmerken van een onderling afgestemde feitelijke gedraging – Eén enkele kwalificatie als „overeenkomst en/of onderling afgestemde feitelijke gedraging” – Toelaatbaarheid – Gevolgen voor de motiveringsplicht (Art. 15 KS en 65, lid 1, KS) (cf. punten 165‑169, 176)

11.                     Mededingingsregelingen – Onderling afgestemde feitelijke gedragingen – Begrip – Coördinatie en samenwerking in strijd met de verplichting van elke onderneming om het marktgedrag zelfstandig te bepalen – Uitwisseling van informatie onder concurrenten – Vermoeden van gebruik van de informatie om het marktgedrag te bepalen – Geen mededingingsbeperkende gevolgen op de markt – Geen invloed (Art. 65, lid 1, KS) (cf. punten 172‑175, 187, 190)

12.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot vaststelling van een inbreuk op de mededingingsregels – Mededingingsregelingen die zich tot het gehele grondgebied van een lidstaat uitstrekken en de handel tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden – Geen tegenstrijdige motivering (Art. 15 KS) (cf. punten 202, 214‑216)

13.                     Mededingingsregelingen – Deelneming aan vergaderingen die ertoe strekken de mededinging te verstoren – Omstandigheid die, bij gebreke van distantiëring van de genomen beslissingen, de conclusie wettigt dat sprake is van deelneming aan de daaruit voortvloeiende mededingingsregeling – Publieke distantiëring – Restrictieve uitlegging (Art. 65, lid 1, KS) (cf. punten 220, 223, 258)

14.                     EGKS – Prijzen – Prijslijsten – Publicatieplicht – Verenigbaarheid met het verbod van mededingingsregelingen (Art. 60 KS en 65, lid 1, KS) (cf. punten 228‑230)

15.                     Mededinging – Administratieve procedure – Beginsel van behoorlijk bestuur – Vereiste van onpartijdigheid – Gevolgen voor de beoordeling van de bewijzen (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41; verordening nr. 1/2003 van de Raad, overweging 37) (cf. punten 244‑247)

16.                     Mededinging – Administratieve procedure – Beschikking van de Commissie waarbij een inbreuk wordt vastgesteld – Wijze van bewijslevering – Bewijsstukken – Beoordeling van de bewijswaarde van een document – Criteria – Geen paraaf en geen handtekening – Geen invloed (Art. 65 KS) (cf. punt 263)

17.                     Mededinging – Administratieve procedure – Eerbiediging van de rechten van de verdediging – Toegang tot dossier – Omvang – Weigering document mee te delen – Gevolgen – Noodzaak om met betrekking tot de op de betrokken onderneming rustende bewijslast een onderscheid te maken tussen belastende en ontlastende stukken (cf. punten 269‑273)

18.                     Mededinging – Administratieve procedure – Eerbiediging van de rechten van de verdediging – Draagwijdte van beginsel – Nietigverklaring van een eerste beschikking van de Commissie tot vaststelling van een inbreuk – Vaststelling van een nieuwe beschikking op een andere rechtsgrondslag en op basis van de vroegere voorbereidende handelingen – Toelaatbaarheid – Verplichting om een nieuwe mededeling van punten van bezwaar op te stellen – Geen (Art. 65, leden 1, 4 en 5, KS) (cf. punten 278‑283)

19.                     Mededinging – Administratieve procedure – Rechten van de verdediging – Mededeling van punten van bezwaar waarin melding wordt gemaakt van een niet-bijgevoegd document – Geen schending van de rechten van verdediging in geval van toegang tot dat document vóór het verstrijken van de gestelde antwoordtermijn (cf. punten 292‑294)

20.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verificatiebevoegdheden van de Commissie – Omvang – Nemen van kopieën van documenten op de zetel van de ondernemingen waarop het besluit tot verificatie betrekking heeft – Documenten betreffende andere vennootschappen – Daaronder begrepen – Schending van de rechten van de verdediging – Geen (Art. 47 KS; beschikking 379/84 van de Commissie, art. 1, lid 1) (cf. punten 298‑302)

21.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Maximumbedrag – Berekening – Omzet die in aanmerking moet worden genomen – Gecumuleerde omzet van alle vennootschappen die een als onderneming handelende economische entiteit vormen (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punten 318, 320)

22.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Afschrikkende werking – Inaanmerkingneming van de omvang en de totale middelen van de bestrafte onderneming (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punt 319)

23.                     Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Vaststelling van het voorwerp van het geschil – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Vergelijkbare vereisten voor de ter ondersteuning van een middel aangevoerde argumenten (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1) (cf. punten 322, 323)

24.                     Mededinging – Geldboeten – Beoordeling op basis van het individuele gedrag van de onderneming – Invloed van het ontbreken van een sanctie jegens een andere marktdeelnemer – Geen (Art. 65 KS; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23) (cf. punt 324)

25.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van de inbreuk – Ontbreken van dwingende of uitputtende lijst van criteria (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 1 A) (cf. punt 329)

26.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Ingewikkelde economische beoordeling – Beoordelingsmarge van de Commissie – Rechterlijke toetsing – Wettigheidscontrole – Omvang (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punten 1 A en 1 B) (cf. punt 329, 339‑341)

27.                     Mededinging – Geldboeten – Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten – Rechtskarakter – Indicatieve gedragsregel waarbij de Commissie zelf haar beoordelingsbevoegdheid beperkt – Verplichting tot eerbiediging van het gelijkheids-, vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel (Mededeling 98/C 9/03 van de Commissie) (cf. punten 331‑333)

28.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van de inbreuk – Kwalificatie van een inbreuk als zeer zwaar – Doorslaggevende rol van het criterium betreffende de aard van de inbreuk – Criterium betreffende de omvang van de markt van de betrokken producten niet zelfstandig – Kwalificatie van een inbreuk als zeer zwaar hoewel beperkt tot het grondgebied van een enkele lidstaat – Toelaatbaarheid (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 1 A) (cf. punten 344, 353)

29.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Indeling van de betrokken ondernemingen in categorieën met een specifiek uitgangsbedrag – Toelaatbaarheid – Voorwaarden – Geen schending van het gelijkheids- en evenredigheidsbeginsel – Noodzaak om de omzet van de betrokken ondernemingen in aanmerking te nemen en de evenredigheid van de geldboeten met deze omzet te verzekeren – Geen (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 1 A) (cf. punten 360‑369)

30.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Duur van de inbreuk – Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten – Beoordeling van de duur van een enkele voortdurende inbreuk – Inaanmerkingneming van de totale duur van alle bestanddelen van de inbreuk (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 1 B) (cf. punten 374, 377‑381)

31.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Niet-oplegging of vermindering van de geldboete in ruil voor de medewerking van de betrokken onderneming – Noodzaak van een gedraging die de vaststelling van de inbreuk door de Commissie heeft vergemakkelijkt – Informatie betreffende handelingen die niet kunnen leiden tot geldboeten uit hoofde van verordening nr. 1/2003 – Ontoereikendheid van de enkele bereidheid tot medewerking – Beoordeling van de mate van medewerking van elke onderneming die aan de mededingingsregeling heeft deelgenomen –Eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 96/C 207/04 van de Commissie, punt D, lid 2) (cf. punten 389, 401‑403, 407‑410, 414‑416)

32.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Niet-oplegging of vermindering van de geldboete in ruil voor de medewerking van de betrokken onderneming – Noodzaak van een gedraging die de vaststelling van de inbreuk door de Commissie heeft vergemakkelijkt – Bewijslast (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 96/C 207/04 van de Commissie) (cf. punt 405)

33.                     Beroep tot nietigverklaring – Procesbelang – Beroep tegen een beschikking die zonder inhoudelijke wijziging bijlagen voegt bij een bestaande beschikking – Beroep dat de insteller ervan geen voordeel kan opleveren – Niet-ontvankelijkheid (Art. 263, vierde alinea, VWEU) (cf. punten 431‑434)

Voorwerp

In de zaken T‑489/09 en T‑490/09 verzoeken tot nietigverklaring van beschikking C (2009) 7492 definitief van de Commissie van 30 september 2009 betreffende een procedure op grond van artikel 65 KS (zaak COMP/37.956 – Betonstaal, nieuwe beschikking) en, subsidiair, verzoeken tot verlaging van het bedrag van de aan verzoeksters opgelegde geldboete, en in zaak T‑56/10 verzoek tot nietigverklaring van besluit C (2009) 9912 definitief van de Commissie van 8 december 2009 houdende wijziging van beschikking C (2009) 7492 definitief

Dictum

1)

De zaken T‑489/09, T‑490/09 en T‑56/10 worden gevoegd voor het onderhavige arrest.

2)

De beroepen worden verworpen.

3)

In zaak T‑489/09 wordt Leali SpA verwezen in de kosten.

4)

In zaak T‑490/09 wordt Acciaierie e Ferriere Leali Luigi SpA verwezen in de kosten.

5)

In zaak T‑56/10 worden Leali en Acciaierie e Ferriere Leali Luigi verwezen in de kosten.