Language of document :

Arrest van het Gerecht van 7°februari 2024 – Oostenrijk/Commissie

(Zaak T-501/22)1

[„ELGF en Elfpo – Van financiering uitgesloten uitgaven – Door Oostenrijk verrichte uitgaven – Verminderingscoëfficiënt – Artikel 24, lid 6, van verordening (EU) nr. 1307/2013 – Artikel 30, lid 7, onder b), van verordening nr. 1307/2013 – Artikel 52, lid 4, onder a), van verordening (EU) nr. 1306/2013 – Motiveringsplicht”]

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Oostenrijk (vertegenwoordigers: J. Schmoll en A. Kögl, gemachtigden)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J. Aquilina en A. Becker, gemachtigden)

Voorwerp

Met haar beroep krachtens artikel 263 VWEU verzoekt de Republiek Oostenrijk om nietigverklaring van uitvoeringsbesluit (EU) 2022/908 van de Commissie van 8 juni 2022 tot onttrekking aan financiering door de Europese Unie van bepaalde uitgaven die de lidstaten hebben verricht in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB 2022, L 157, blz. 15), voor zover bij dit besluit de door de Republiek Oostenrijk ten laste van het ELGF gedeclareerde uitgaven ten belope van 68 146 449,98 EUR worden onttrokken aan financiering door de Unie.

Dictum

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/908 van de Commissie van 8 juni 2022 tot onttrekking aan financiering door de Europese Unie van bepaalde uitgaven die de lidstaten hebben verricht in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) wordt nietig verklaard voor zover daarbij, wat de financiële correctie betreft die in de bij dat besluit gevoegde tabel is geïdentificeerd met de reden „toewijzing van rechten convergentie” en betrekking heeft op de begrotingsjaren 2016 tot en met 2020, de door de Republiek Oostenrijk in het kader van het ELGF verrichte uitgaven van vóór 27 november 2016 aan financiering door de Europese Unie worden onttrokken.

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

De Republiek Oostenrijk en de Europese Commissie dragen hun eigen kosten.

____________

1     PB C 389 van 10.10.2022.